Zwart goud(1942)–Rob Delsing– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Colportage in de kou De felle kou maakt de straten leeg, de menschen zijn haastig; maar traag zijn de uren. Met strakke passen beschrijf ik figuren van straathoek tot straathoek - een stram strateeg! Koop Vova, lees Vova... wie hoort het dan, de stemming is guur als dezen morgen; elk voelt de kou en zijn eigen zorgen! Lees Vova... hier ben ik een eenzaam man. Men laat mij alleen - pas zes cent in mijn zak; men haat mij, veracht mij, of is onverschillig. Maar het weer maakt de besten zelfs ietwat onwillig; een bakvisch vindt mij een dwaas maniak! Toch heb ik een stuggen wil in mijn kop, al nijpen mijn vingers, al nijpen mijn ooren, en laat zich een liefdevol heer vriend'lijk hooren: ‘jij bloedhond... hou zee... aan een stevigen strop...’ Ik heb slechts mijn wil... en hem, die daar staat aan den overkant, met òm hem diezelfde koude maar in hem dien wil óók, om vol te houden... Ik heb slechts mijn wil en mijn kameraad! Vorige Volgende