Zwart goud(1942)–Rob Delsing– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Een trein rolt voorbij Er rolt een trein voorbij Berlijn, een trein vol soldaten en materiaal, en zij die in de straten zijn, de brave burgers, die juist middag aten, ze wuiven allemaal naar den soldatentrein. Er rolt een trein voorbij Berlijn, een trein vol soldaten - waarheen, waarvandaan? De burgers houden op met praten en blijven staan, alsof zij plotseling vergaten, dat 't vleesch schaarsch is en and're pijn, dat er geen sigaretten zijn, dat 't bier niet stroomt uit volle vaten - zij wuiven naar den trein. [pagina 17] [p. 17] Ik zie het en het doet me pijn, dat ik in plaats van mee te gaan nu hier moet zijn en mee mag praten, dat ik straks niet naast hen mag staan, dat ik met hen niet méé mag sláán, dat ik niet zijn mag net als zij, maar hier moet blijven blaten en tjokken door de straten van Groot-Berlijn. Er rolt zoo menige trein voorbij, die vol is met soldaten... Vorige Volgende