Zwart goud(1942)–Rob Delsing– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Oorlogsvlieger Met hoeveel snelheid raas je, piloot, daarboven tusschen de sterren? Ben je een bondgenoot van den dood? Of zal hij jóùw weg straks versperren? We zien je niet, wij hooren alleen het ronken van je motoren, wij staan op de donkere aarde bijeen om dat lied van je vlucht te hooren. Daar waar de sterren gesnipperd zijn uit maanlichtbanen en ether, daar ben je nu ergens, onzichtbaar en klein voor òns... Zelf weet je wel beter! Voor jou is die koepel nergens te groot in al zijn stralenden luister, hóé trotsch en vermetel ben je, piloot, op je vlucht, alléén door het duister? Jij kent slechts één ding, je duivelsche plicht, daarbuiten heeft 't leven geen waarde, je ziet een stralenden dood in 't gezicht, te donker, te klein is de aarde. En wij... Luisteren dapper naar 't deinend gerucht, wel wetend dat 't over zal drijven, we zijn nogal gauw wat beangst en beducht en willen graag aardwormen blijven. Vorige Volgende