Zwart goud(1942)–Rob Delsing– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Limburg Ons Limburg is schoon. Het biedt u dalen waar een zuiver riviertje lustig zijn kleine bedding heeft, op heuvels kunt ge stijgen en u vergezichten halen waarvan de wisseling u duizend vreugden geeft. Een witte hoeve ligt half tusschen 't groen verborgen en nauwelijks vindt ge hier en daar het kleine slingerpad dat, stil en zonnig in dit landschap zonder zorgen, de schoonste stukjes schepping in zijn wendingen omvat. Zie hoe de boomen hiér den hemel streelen, zag ge ooit schooner blauw door dieper groen gekust? Ooit blanker wit daar weer doorhenen spelen? En alles - dal en heuvels - vol gewijde, wijde rust. De aarde, op haar plooien, draagt de schoven van 't rijp gewassen koren. En de lauwe wind is vol gerucht van klanken die om strijd den zomer loven met uw gemoed dat dankbaar deze vreugden vindt. Bij ieder dorp speurt ge den geur der paarden, hoort ge den klank van 't stugge boerenwerk; zij lacht zoo innig hier, zoo goed uw trouwe aarde en maakt u in haar aanblik vrij en sterk. Vorige Volgende