Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdruiterliedLaatmiddeleeuws lied dat in de epiloogstrofen wordt toegeschreven aan een ruiter. Er komen zeven ruiterliederen voor in Het Antwerps liedboek van 1544. Een voorbeeld daaruit is ‘Het quam een ruyterken uut Bosscayen’, waarvan de volgende strofe een beeld geeft van de inhoud van deze liederen: Het quam een ruyterken uut Bosscayen Vaak wordt in deze liederen een ruiter opgevoerd die dit lied gezongen zou hebben, maar het feit dat een ruiter deze liederen gezongen zou hebben is hoogst twijfelachtig omdat paardenvolk in die tijd ongeletterd was. Waarschijnlijk behoort de ruiter tot de (dubbelzinnige?) standaardfictie van dit soort liederen. Lit: J. Houtsma, ’Ruyters in het Antwerps liedboek’ in Nieuwe taalgids 74 (1981), p. 48-52 H. Brinkman, ’Het Kerelslied: van historielied tot lyriek van het beschavingsoffensief’ in Queeste 9 (2002), p. 98-116.
|
|