Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdrapsodeEtym: Gr. rapsōidos = troubadour < raptein = aaneenrijgen, verzinnen; ōidè = gezang. Rondreizende zanger/verteller in de Griekse oudheid. De Griekse rapsode trad meestal op bij feesten om voor te dragen uit epische werken (bij voorkeur de Ilias en de Odyssee), al dan niet in het kader van een wedstrijd. In de homerische tijd wordt de epische zanger ook aoede genoemd (Gr. zanger). Het onderscheid tussen beide termen is vrij onduidelijk. Sommigen zien de aoede als een echte zanger die zichzelf op de citer begeleidde, terwijl de rapsode alleen voordroeg. Anderen zijn van mening dat de aoede ook zelf scheppend werk verrichtte in de mondelinge traditie van de epen, terwijl de rapsode enkel van buiten geleerde teksten declameerde (orale literatuur). Soms gebruikt men voor rapsoden ook de term homeriden. Oorspronkelijk was dit de naam van een rapsodenschool op Chios die de werken van Homerus bewaarde en propageerde, maar de term wordt ook in ruimere zin gebruikt voor al wie in de Griekse wereld Homerus’ werk voordroeg of verspreidde. Lit: H. Patzer, 'Rhapsoides' in Hermes 80 (1952), p. 314-315 R.S. Kawashima, Biblical narrative and the death of the rhapsode (2004).
|