Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdneepkluitEtym: Middelned. nepe = neep, steek. Nederlandse 17de-eeuwse benaming (ook neepdicht) voor puntige, beknopte gezegden die een zedelijke waarheid uitdrukken en iemand een ‘steek’ of ‘neep’ kunnen geven. Bij uitbreiding een satirisch-hekelend versje waarin op scherpe en geestige wijze met de menselijke dwaasheid de draak wordt gestoken. Het neepdicht is verwant met de gril. Bijv.: Urssel, is reyn opghesneukelt Lit: E. Wassenberg, Scherp-zinnige neepdichten: waer in naet 't leven af-ghemaelt worden verscheyden aerdighe sinne-wercken (1636).
|