Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdmacrostructuur/microstructuurEtym: Gr. makros = lang, omvangrijk; mikros = klein. Begrippenpaar in de literatuurwetenschap om diverse structuurgegevens aan te duiden. Men spreekt van macrostructuur wanneer het gegeven in kwestie de structuur van een hele tekst of grote delen ervan betreft. Op dit vlak zijn een aantal organisatieprincipes te vermelden die vaak het teksttype als zodanig bepalen: bijv. indeling in hoofdstukken, motieven, ruimte- en tijdsstructuur, point of view, enz. in een verhaal; strofebouw, klankpatroon, rijmschema, thematische structuur, enz. van een gedicht. De term microstructuur daarentegen verwijst naar kleinere onderdelen van een tekst, nl. woorddelen of woorden, zinsdelen, zinnen en eventueel korte fragmenten van aangrenzende zinnen, voor zover ze althans los gezien worden van de globale structuur van een tekst. Hier horen bijv. de meeste stijlfiguren en tropen thuis zoals alliteratie (klankherhaling tussen opeenvolgende woorden), inversie (zinsbouw), metafoor, enz. Uiteraard kunnen zulke microstructurele ordeningsprincipes, indien herhaaldelijk gebruikt in een tekst, de macrostructuur van die tekst mee bepalen. Dan worden deze tekstelementen als structuurgegevens van een groter geheel gezien. Het frequent gebruik van alliteraties bijv. kan het klankpatroon van een hele tekst bepalen en een herhaalde metafoor kan thematische waarde krijgen. Kortom, een tekstuele macrostructuur dankt vaak zijn specifieke vorm aan microstructuren die herhaald of gecontrasteerd worden. Lit: T.A. van Dijk, Some aspects of text grammars: a study in theoretical linguistics and poetics (diss., 1972).
|