Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdretorische vraagEtym: Gr. rètorikos = als van een redenaar Term uit de stijlleer voor een onechte vraag, ook wel interrogatio of schijnvraag genoemd. De spreker of schrijver verlangt geen antwoord, maar gebruikt de vraagvorm om meer nadruk op het gezegde te leggen of om zijn publiek aan het nadenken te zetten. Bijv. ‘Zijn wij geen broeders?’ (i.p.v. Wij zijn toch broeders!). Dat nadruk een belangrijke functie van de retorische vraag is, blijkt ook uit het feit dat het vraagteken soms vervangen wordt door het uitroepteken, zoals in het gedicht ‘Kerstnacht’ van M. Nijhoff: Is de wereld soms niet een paradijs! Lit: C.F.P. Stutterheim, 'Functie en intonatie' in Nieuwe taalgids 46 (1953) 3, p. 129-135 P. Slot, Vroeg ik jou wat?: retorische vragen in alledaags taalgebruik (1995) P. Boers, 'De interpretatie van retorische vragen in betogende teksten: resultaten van een pilotonderzoek' in H. van den Bergh e.a. (red.), Taalgebruik ontrafeld (1997), p. 75-86 E. Pascual, Fictive interaction. The conversation frame in thought, language, and discourse (2014).
|