Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdsquibEtym: Eng. voetzoeker, schotschrift, (kort bericht als) opvullertje. Een squib of spierinkje is een term uit de Amerikaanse linguïstiek voor een korte beschouwing over taalkundige feiten die een probleem vormen voor de bestaande theorieën of die nog niet bestudeerd zijn. De redactie van het tijdschrift Spektator heeft de term ‘squib’ ook van toepassing verklaard op de letterkunde en de literatuurwetenschap en heeft na een taalkundig squib-nummer (jrg. 6, nr. 7/8) twee afleveringen met letterkundige squibs gevuld (jrg. 10, nr. 6 en jrg. 18, nr. 5). Het voorstel van A. Sassen om in het Nederlands de term ‘spierinkje’ te gebruiken, vond navolging in W.P. Gerritsen, A. van Gijsen & O.S.H. Lie (red.), Een school spierinkjes. Kleine opstellen over Middelnederlandse artes-literatuur (1991). Lit: Redaktie Spektator, ‘Voorwoord’ in Spektator 6 (1976-1977), p. 377 F.C. de Rover, ‘Voorwoord’ in Spektator 10 (1980-1981), p. 489.
|