Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdclimax-1Etym: Gr. klimax = ladder, trapsgewijs opstijgende hoogte. In het algemeen geeft deze term een opklimmende reeks aan, zoals in het tweede gedeelte van het onderstaande tekstfragment van Multatuli dat tevens een vorm van repetitio vertoont: Willem den derden, Koning, Groothertog, Prins ... meer dan Prins, Groothertog en Koning ... Keizer van het prachtige Rijk van Insulinde Sommigen beperken de betekenis ervan tot het hoogtepunt zelf waaraan dan geen reeks vooraf hoeft te gaan. Zo wordt in de narratologie gesproken van een climax wanneer men daarmee het hoogtepunt van de opgewekte spanning in een verhaal of roman wil aangeven, zoals bijv. in de misdaadliteratuur. Deze climax is tot op zekere hoogte vergelijkbaar met de climax-2 die onderdeel vormt van de vijf fasen in het klassieke toneel, nl. de derde fase waarin de spanning naar een toppunt wordt gevoerd. Voorts kan er ook sprake zijn van een climax bij een specifieke grafische vormgeving van poëzie waarbij sprake is van een geleidelijke af- of toename van de regellengte of een andere bijzondere grafische weergave, zoals bijv. in het volgende fragment: De OBUSSEN Zie ook anticlimax-1. Lit: E. van Boven & G. Dorleijn, Literair mechaniek. Inleiding tot de analyse van verhalen en gedichten (20032), p. 133.
|