Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdspiegelEtym: Lat. speculum = spiegel. Spiegel of speculum is de middelnederlandse benaming voor de didactisch-moraliserende (laat)middeleeuwse literaire tekst die tot doel heeft de (zelf)kennis van de mens te vergroten (didactische literatuur). In de 13de en 14de eeuw is een spiegel een didactisch werk waarin op begrijpelijke wijze behandeld wordt wat leken over onderwerpen als geschiedenis, theologie en zedenleer moeten weten, bijv. Jacob van Maerlants Spiegel historiael (ed. De Vries & Verwijs, 1861-1879) en Jan van Boendales Der Leken Spieghel (ed. De Vries, 1844-1848). Vanaf de 15de eeuw wordt het begrip vooral gehanteerd ter aanduiding van werken die het zelfinzicht van de mens moeten vergroten. In theorie kan deze ‘ken u zelf’-gedachte leiden tot zelfverachting en zelfs wereldverachting, maar in de praktijk fungeert dit denkbeeld voornamelijk als tegenwicht tegen de hoogmoed, die vaak als de grootste van de zeven doodzonden wordt gezien. De mens wordt in de spiegel-teksten niet opgeroepen tot zelfverachting of wereldverachting, maar tot het relativeren van het eigen handelen; met andere woorden om te leven en te werken binnen de grenzen van het redelijke en rechtvaardige. Het einddoel hierbij is het bereiken van het hemelse geluk. Geschriften met het woord ‘spiegel’ in de titel werden in de 15de en 16de eeuw zo populair, dat bijna elk belerend of stichtelijk werk zo kwam te heten, bijv. de Spiegel der minnen van Colijn van Rijssele (ed. Immink, 1913) en Den spieghel der salicheit van Elckerlijc (ed. Van Elslander, 1985). Enkele 14de-eeuwse werken die tegenwoordig bekend zijn onder een dergelijke titel, zoals Jan Praets Spieghel der wijsheit (ed. Bormans, 1872) of de anonieme Spieghel der sonden (ed. Verdam, 1900-1901) danken hun naam vaak aan latere uitgevers. De term spiegel wordt tot aan het einde van de 17de eeuw gebruikt, bijv. de Spiegel van 't menschelyc bedryf (1694) van Jan Luyken.
Bladzijde uit Jacob van Maerlants Spiegel historiael (ca. 1315). [bron: F. van Oostrom, Maerlants wereld (1996), p. 379].
Lit: P. Bange, Spiegels der christenen. Zelfreflectie en ideaalbeeld in laat-middeleeuwse moralistisch-didactische traktaten (1986) G. Roth, Sündenspiegel im 15. Jahrhundert (diss., 1991) G.H.M. Claassens, 'Der "Spiegel der Sonden": neudeutsche Bruchstücke einer unbekannten Handschrift' in Zeitschrift für deutsche Philologie 114 (1995) 3, p. 349-375 P. Bange, 'Geen vette prebenden: het beeld van de clerus in Middelnederlandse, moralistisch-didactische teksten van de veertiende tot de zestiende eeuw' in Trajecta 11 (2002) 2, p. 113-128 J.R. Robbe, Die mittelniederländische "Spieghel onser behoudenisse" und seine lateinische Quelle (2010).
|
|