Algemeen letterkundig lexicon

liber amicorum

Etym: Lat. vriendenboek.

Feestbundel – soms in de vorm van een speciale tijdschriftaflevering (bijv. W.A.P. Smit-nummer van De Nieuwe Taalgids 1968) – met artikelen aangeboden bij een jubileum of afscheid door vrienden, leerlingen en collega's, ook wel (ten onrechte) album amicorum of kortweg album genoemd (bijv. Album Prof. Dr. Frank Baur, 2 dln., 1948). Voorbeelden zijn het Liber amicorum Dr. Frederik van Eeden (1930), het Liber amicorum van B.H. Molkenboer (1939) en het Liber amicorum Jac. van Hattum (1955). De Duitse term ‘Festschrift’ wordt ook wel gebruikt, bijv. A Festschrift for Morris Halle (1973), soms ook in de zin van gedenkbundel, bijv. Joost van den Vondel. Festschrift zum 350-jähriger Geburtstag (1937). Als de bundel bestaat uit uitsluitend bijdragen van oud-leerlingen spreekt men van een liber alumnorum.

Een bibliografie van libri amicorum uit de wereld van de documentatie werd samengesteld door A.O. Kouwenhoven: T.g.v.; Nederlandse en Vlaamse publikaties ter gelegenheid van herdenking, huldiging, viering of afscheid in de wereld van boeken en andere documenten, van uitgeverij, boekhandel, bibliotheken en archieven, verschenen in de periode 1914-1994 (1995).

Lit: W. H[endriks], ‘Neerlandistiek in Festschriften’ in Dokumentaal 2 (1973), 4, p. 27-47.

liber alumnorum

liber memorialis