Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdglossariumEtym: Lat. verklarende woordenlijst < Gr. glōssa = tong, taal, verouderd woord, moeilijk woord dat uitleg behoeft. Alfabetisch geordende lijst van woorden met hun betekenis. Oorspronkelijk bestond een glossarium uit een lijst van glossen die een woordverklarende functie hadden binnen één codex; later verschenen er ook losse glossaria. De oudste Nederlandse glossaria dateren uit de middeleeuwen, bijv. het 13de-eeuwse Glossarium Bernense (ed. De Man & Van Sterkenburg, 1977). Een modern glossarium is P.G.J. van Sterkenburgs Een glossarium van zeventiende-eeuws Nederlands (19813). De glossografie, het opstellen van glossen of het alfabetisch of zakelijk verzamelen ervan in de glossaria, was een hoofdbezigheid van de antieke en middeleeuwse filologie.
Latijns-Arabisch glossarium (12de eeuw) met links het Latijn en rechts het Arabisch. [bron: B. Engelhart & J.W. Klein, 50 eeuwen schrift (19883), p. 138].
Lit: F. Buitenrust Hettema, Het Nederduitsch glossarium van Bern (1889) L. de Man, Middeleeuwse systematische glossaria (1964) T. Starck & J. Wells (red.), Althochdeutsches Glossenwörterbuch, mit Stellennachweis zu samtlichen gedruckten althochdeutschen und verwandten Glossen (1972-1990) P.G.J. van Sterkenburg, Het glossarium Harlemense (ca. 1440) (1973) P.G.J. van Sterkenburg, Het glossarium Harlemense. Een lexicologische bijdrage tot de studie van de middelnederlandse lexicografie (1975) L. de Man & P.G.J. van Sterkenburg, Het glossarium Bernense: een Vroegmiddelnederlandse tweetalige Latijns-Limburgs woordenlijst (1977) C. Verhoeven, Een register: bedenkingen over woordjes en glossen (1995).
|