Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermddeus ex machinaEtym: Lat. god uit de machine. Term uit de dramaliteratuur waarmee wordt aangegeven dat er een hogere macht (god, engel) optreedt, die door middel van een toestel op het toneel wordt neergelaten of verheven om een soort eindoordeel over de handeling uit te spreken. Vaak heeft de deus ex machina de bedoeling een moraal aan het stuk te verbinden of een scheidsrechterlijk oordeel uit te spreken, waardoor de ontknoping wordt bewerkstelligd. De deus ex machina wordt vaak gezien als een noodgreep van de auteur om aan het slot van het stuk alsnog tot een aanvaardbare oplossing te komen, maar dit is in feite een waardeoordeel dat sterk afhankelijk is van de tijd en de geldende opvattingen over toneel. In het klassieke Griekse drama (Euripides, 5de eeuw v. Chr.) was het gebruik van de deus ex machina heel normaal. Bekende Nederlandstalige voorbeelden zijn het optreden van de aartsengel Rafaël in Vondels Gysbrecht van Aemstel (1637) of het verschijnen van Apollo in Orestes (1976) van Hugo Claus.
Toneel met waterval en zinkluiken. [bron: R.L. Erenstein (red.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden (1996), p. 259].
Lit: A. Spira, Untersuchungen zum Deus ex machina bei Sophokles und Euripides (1960) K.R. Fösel, Der Deus ex machina in der Komödie (1975) W. Nicolai, Euripides’ Dramen met rettendem Deus ex machina (1990).
|
|