Algemeen letterkundig lexicon

apparaat van de neerlandicus

Het geheel van bibliografische en andere heuristische hulpmiddelen dat de neerlandicus ten dienste staat bij zijn onderzoek. Het apparaat omvat zowel instellingen, zoals bibliotheken, archieven en letterkundige musea, als handboeken, bibliografieën, catalogi, literatuurgeschiedenissen, woordenboeken enz. De term is waarschijnlijk ontstaan naar analogie van het Apparaat voor de studie der geschiedenis van J.M. Romein (1949).

Een aanzet tot de beschrijving van het apparaat van de neerlandicus en het gebruik daarvan is gegeven door A.M.J. van Buuren, W.P. Gerritsen & A.N. Paasman in het Vermakelijk bibliografisch ganzenbord. Een eerste handleiding bij systematisch-bibliografisch onderzoek op het gebied van de Nederlandse letterkunde (1983⁵). Als opvolger daarvan is er het online programma BIZON (Bibliografisch Zoekprogramma Nederlandse letterkunde) van P.J. Verkruijsse, A. Lemmens & J.F.A.M. van den Berg (eerste versie op diskette 1994). Bij neerlandistiek aan de Universiteit van Amsterdam is de Digitale Gereedschapskist van Neerlandistiek voorhanden.

apotheose

appendix zie bijlage