De zon brengt moord aan het licht
Een postrijder moet een rijke veekoopman, Zwaan genaamd, naar de stad brengen. In het bos berooft en vermoordt hij de koopman, die voordat hij sterft nog zegt: ‘Het zal uitkomen, al moest de zon het uitbrengen.’
Na een jaar koopt de postrijder een groot huis buiten de stad. Hij krijgt daar kennis aan een boerendochter en trouwt met haar. Wanneer de bruiloft na een paar dagen afgelopen is wil de postrijder op de boerderij een tijdje uitrusten. Hij ziet in zijn slaap hoe de zon in de kamer schijnt en zegt: ‘Nee, nee, Zwaan, de zon zal het niet verklappen.’ Dat hoort de broer van de bruid die toevallig langsloopt. Hij gaat de kamer in, hoort de bruidegom in diens slaap uit en komt zo alles te weten. De moordenaar wordt gearresteerd.
Dit sprookje (at 960, ‘The Sun Brings All to Light’) vertelde D. Schuurman uit Broek in Waterland (bij Amsterdam) in 1903 aan de arts C. Bakker (archief pjmi). Het is in verschillende versies in Nederland (vooral in Friesland) bekend. Uit Vlaanderen is het niet overgeleverd. Verder is het bekend in heel Europa en het Midden-Oosten, India, China en Noord-Amerika. Steeds is het de moordenaar die zichzelf naar aanleiding van de voorspelling van zijn slachtoffer verraadt. In plaats van de zon kunnen in de voorspelling ook dieren of zelfs boombladeren als de oorzaak van het uitkomen van de moord worden genoemd. In een versie uit Overijssel moet de moordenaar vele jaren later bij de aanblik van de ronddwarrelende bladeren slechts glimlachen bij de gedachte dat de voorspelling van zijn slachtoffer niet is uitgekomen. Zijn