Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variaties
(1997)–A.J. Dekker, J. van der Kooi, Theo Meder– Auteursrechtelijk beschermdKlein Duimpje en de reusKlein duimpje is de jongste van zeven zonen van een arm houthakkersgezin. Hij is heel klein, en bovendien heel zwijgzaam, waardoor hij ten onrechte doorgaat voor dom. Wanneer er een hongersnood komt, wil hun vader ze de volgende dag in het bos achterlaten. Zijn vrouw stemt tegen haar zin tenslotte hiermee in. Klein Duimpje, die hun gesprek heeft afgeluisterd, stopt 's morgens vroeg kiezelsteentjes in zijn zak en strooit die, wanneer ze het bos intrekken, onderweg op de grond. Diep in het bos laten de ouders de kinderen alleen achter, maar Klein Duimpje vindt door de kiezelsteentjes de weg terug. Hun ouders hebben, net toen ze uit het bos terugkwamen, een oude schuld van tien dukatenUit een litho met taferelen uit de sprookjes van Perrault, firma Gangel te Metz, ca. 1850.
uitbetaald gekregen, waardoor ze hun kinderen weer enige tijd kunnen voeden. Maar het geld raakt op en de ouders besluiten weer hun kinderen naar het bos te brengen, maar deze keer nog verder, zodat ze niet terug kunnen komen. Klein Duimpje hoort dit en wil weer kiezelsteentjes verzamelen, maar de deur is op slot. De volgende morgen krijgen ze voordat ze het bos intrekken allemaal een stuk brood van hun moeder. Klein Duimpje gebruikt dit om de weg te markeren met kruimels. Nadat ze alleen zijn achtergebleven, probeert Klein Duimpje de weg terug te vinden, maar vergeefs: vogels hebben de broodkruimels opgegeten. Ze komen tenslotte aan bij een huis waarin een reus met zijn vrouw en zeven dochters woont. De vrouw is heel vriendelijk, maar de | |
[pagina 186]
| |
De reus keelt bij vergissing niet Klein Duimpje en diens zes broertjes, maar zijn eigen zeven dochters. Gravure van Gustave Doré voor een Perrault-editie uit 1862. De gruwelijke afbeelding is geweerd uit de op deze Franse editie gebaseerde Engelse uitgave.
| |
[pagina 187]
| |
reus blijkt een menseneter te zijn. Zodra hij thuiskomt ruikt hij mensenvlees en ontdekt hij de zeven broertjes onder het bed waar zijn vrouw ze voor hem verstopt had. Ze krijgt hem zover dat hij de kinderen niet onmiddellijk slacht, maar pas de volgende dag. Ze worden in de slaapkamer van de zeven dochters van de reus in een apart bed gestopt. De meisjes hebben allemaal een gouden kroontje op hun hoofd, de zeven broertjes een mutsje. Omdat Klein Duimpje de reus niet vertrouwt, verwisselt hij 's nachts de mutsjes met de gouden kroontjes. De reus wordt midden in de nacht wakker en heeft spijt dat hij de jongetjes niet meteen geslacht heeft. Hij gaat de slaapkamer binnen, gaat af op de mutsjes en slacht dus zijn eigen dochters. Klein Duimpje en zijn broers maken dat ze wegkomen. Wanneer de reus 's morgens ontdekt wat er gebeurd is, gaat hij ze met zijn zevenmijlslaarzen achterna. Vermoeid van de achtervolging gaat hij even liggen in de buurt waar Klein Duimpje zich verstopt heeft en valt in slaap. Klein Duimpje trekt hem de zevenmijlslaarzen uit, gaat daarmee naar het huis van de reus en zegt aan diens vrouw dat dieven de reus vasthouden en hem alleen los laten als hij al zijn goud en zilver afgeeft. De vrouw geeft hem alles, zodat Klein Duimpje rijk beladen naar zijn ouderlijk huis kan terugkeren.
Het sprookje van Klein Duimpje en de reus (at 327b, ‘The Dwarf and the Giant’) dat hier in de versie van Charles Perrault (1697) is weergegeven, is opgetekend in heel Europa en in diverse landen buiten Europa, onder andere in Latijns-Amerika en Indonesië. Het sprookje is thematisch sterk verwant met dat van » Hans en Grietje (at 327a): de kinderen worden uit huis gezet en dreigen door een reus of heks te worden opgegeten. Het kenmerkende verschil wordt gevormd door het motief van het verruilen van de kledingstukken. Het gaat om een oud motief dat al bij Euripides (5e eeuw v.C.) voorkomt. Het sprookje dankt zijn bekendheid vooral aan de grote literaire verspreiding in kindersprookjesboeken. De illustraties van Gustave Doré hebben daar zeker toe bijgedragen. Ondanks de grote bekendheid van de Perrault-versie, die ook op kinderprenten verspreid werd, en de invloed ervan op de mondelinge traditie, vertonen de opgetekende mondelinge versies veel afwijkingen van de Perrault-versie en grote onderlinge verschillen. Zo beginnen Zuid-Europese versies wel met het illegaal afmaaien door de kinderen van het korenveld van een demon die ze daarom wil doden. In Slavische Klein-Duimpje-versies gaan zes broers op zoek naar een bruid. In Nederland (Friesland en Gelderland) is het sprookje diverse malen uit de mondelinge overlevering opgetekend. Deze versies zijn waarschijnlijk allemaal gebaseerd op die van Perrault.
ton dekker teksten: Perrault 1975, pp. 95-107; Tinneveld 1976, nr. 200. |
|