| |
| |
| |
Eerste bedrijf
Leeg toneel. Op de achtergrond een katheder waarachter de Professor staat als het doek opgaat.
Ik vermoed, dat de toeschouwer van deze dramatische afwikkeling van een waarheid zich zal afvragen met wat voor waarheid hij ditmaal nu eens te doen zal hebben, opdat hij de nodige maatregelen treffe ter sluiting van geest en ziel: ook voor déze waarheid. Een politieke? Een religieuze? Een gemengde? Ik waag mij niet aan voorspellingen, wel mag ik vaststellen dat zij aan twee voorwaarden zal moeten voldoen. Ten eerste zal zij door de zeef van de Volgeling moeten gaan, om pas na dit weinig verkwikkelijk procédé te worden voorgedragen, daar de ontdekkers der waarheden zelf zich meestal onhandig en anders onhandelbaar tonen. Ten tweede zal zij ook na de zifting het karakter moeten behouden van voordeligheid voor alle leden der gemeenschap, daar anders ook de Volgeling praktische bruikbaarheid zou missen. Ik hoop van harte, dat deze uitleg u enige uitkomst mag bieden. Bovendien zie ik: de klok zal weldra twaalf slaan. Wat des middernachts betekent dat het spook verschijnt, des daags alleen dat de Professor verdwijnt. Richt dus uw enquête verder tot andere componenten van onze Bloeiende Veelfacetterige Gemeenschap. (Af)
(met enige sprongen komt hij voor op het toneel) Van louter schrik verschijn ik op de gongslagen, want ik ben geen dagspook, al heeft het er veel van weg. Ik ben een schrikachtig wezen. Een eenvoudige volksjongen, die vanwege zijn werk altijd maar in smoking moet rondlopen. Die er ook naar uitziet. Vetvlekken vetvlekken vetvlekken. Wat kan ook zo'n vetvlekkenmens vertellen van de Waar-
| |
| |
heid. Ik heb een vrouw, dames en heren. Een prachtmens, daarom ook altijd achterna gezeten. Lichtzinnig is ze toch al. Wat kan een vetvlekkenmens daar allemaal aan doen? Wat kan ik anders doen dan stepdansen, vlug vlug vlug. Zoals de letterzetter om zich heengrijpt vlug vlug vlug. Zoals de postbeambte met zijn stempel op alle brieven bonst vlug vlug vlug. De advocaat ook vlug? Ja! De dokter ook vlug? Ja! De chauffeur nog vlugger. Iedereen vlug, de journalist, de fietsjongen. (Hij danst het toneel af, afwisselend met een stepdans en een booms-a-daisy)
(slenterend opkomend) Niks geen vlugvlugvlug. Zal ik u wat zeggen? Dat vlugvlugvlug is de kanker van onze tijd. Wij kunnen niet meer gelukkig zijn en niet meer dromen. Niet meer dromen vooral. Mijn gelukkigste tijd was toen ik gedachteloos aan de rivier uitkeek. Merkwaardig, dat er een tijd was dat ik gedachteloos aan de oever van een rivier uitkeek ... Uit rijmlust, want met rijmen begint alle geschrijf waarin men tenslotte gevangen raakt, spreek ik weleens van de ‘stille vliet’, het was een formidabele rivier. Uit de hoogte streek een vogel neer, op een kei enige meters van de oever af. Waarom? Waartoe? Ik bloos er bijna van: alleen maar om er zijn behoefte te deponeren. Met ónze verwachtingen is het niet anders gesteld, uit de hoogste hoogte pardoes op de keien. Of kunnen de vogels het bepaald niet in de lucht? Misschien zijn de verwachtingen niet geheel verloren; geduld, geduld, geduld moeten wij beoefenen. Eens schreef ik omdat ik graag rijmde. Nu moet ik pennen, omdat ik zeer ongaarne verslagen uitbreng. Pennen, pennen, pennen. En steeds maar weer voortsjokken van de ene grote man naar de andere grote man.
In sjokkerigheid doe ik niet onder voor de Journalist. Weet u dat zij mij te pakken gehad hebben? In de oorlog. Modder, modder, modder. Stukken van je afgeschoten. Maar zegt u nou zelf: wat heb ik daar eigenlijk allemaal mee te maken? Koest moet ik me houen. Koestjes met kleine hoestjes, zei mijn vader zaliger. En me houden aan de waarheid, niet van mijnheer Versteeke, maar van
| |
| |
mijn vader, die nu reeds vijftien jaar om zo te zeggen ontslapen is: wiens woord je spreekt, diens brood je eet. En zegt u nou zelf: heb ik het nou zo kwaad? Een invalidenpensioen, daarbij een vuilnisemmer voor niks van de gemeente. Voor niks beloven ze ons alvast ook een gasmasker. Een gasmasker dus en een vuilnisemmer. Ik zou ook wel graag een bolhoed hebben. Of zou een bolhoed niet staan bij een gasmasker, nu ik toch al een houten been heb... (schreeuwend) Wie koopt lucifers van een arme stumper, een ongelukkige soldaat? (Af)
(van de achtergrond opkomend in tegenstelling tot de drie vorigen, die voorlangs passeren; hij gooit de katheder om) Weg met de Professor! Weg met de generaals! Weg met de paus! (Terwijl hij ‘weg’ roept, verschijnen er soldaten, telkens een links en een rechts, zodat aan beide kanten van het toneel tenslotte twee rijen tot aan de tanden gewapende soldaten staan) Naar de waarheid vroeg u? Of waar vroeg u eigenlijk naar? Ik laat mij niet afschrikken door soldaten! De waarheid bestaat niet buiten de mensen om. De Waarheid is, dat alleen in de gezagloze gemeenschap van de anarchisten de mensen in Vrijheid kunnen leven. Wat wilt u bereiken met uw soldaten! Ik kan niet ontkennen dat zo zwaar gewapende soldaten niet nalaten mijn gedachten enigszins af te leiden. Niets kunt u bereiken met uw zevenhonderdduizend soldaten, zo het er niet meer zijn. Verder dan de Invalide zult u het allicht wel brengen. Misschien ook verder dan de Stepdanser. Zelfs dan de Journalist, mogelijk! De Professor evenwel staat ver verheven boven alle gebeurtenissen. Vrijheid in deze maatschappij genieten alleen de intellectuele of geld-lepers! Wij vechten voor vrijheid voor allen. Voor allen!
(binnenkomend met assistenten in witte jassen) Komt binnen, heren. Kijk kijk, daar ligt mijn katheder languit tegen de grond. Mijn pupitre, mijn lezenaar. Of hoe u het ook wilt noemen.
Dat is gauw genoeg hersteld. (Ze willen de lessenaar optillen, maar de Professor belet dit)
Neen, mijne heren. Wij moeten zoveel nieuws-
| |
| |
gierigheid bezitten om de natuurkracht aan het werk te laten. Een revolutionair is een natuurkracht!
Dát een natuurkracht, Professor? Dát een natuurkracht?
(terwijl de Officier opkomt) Gelieve, mijne heren, de gepaste eerbied aan den dag te leggen en de buiging te brengen voor Hare Majesteits Officier. De Executie zal weldra voltrokken zijn en de natuurkracht uitgeblust.
(de Anarchist op de schouder kloppend) Zo, waarde heer, zijt gij de man die eventueel gedood moet worden? (en zich tot de Professor wendend) Neen Professor, van een terechtstelling zal heden geen sprake zijn. Ik moet u allen tot mijn spijt teleurstellen in plaats van een enkele onder u terecht te stellen. Niettegenstaande ik dus genoodzaakt ben insubordinatie te plegen en overste Luips mij persoonlijk het bevel gaf deze man te executeren, weiger ik te doden. Persoonlijke ervaringen laten zich moeilijk in een formule vastleggen. Niet om politieke redenen, maar vanwege zuiver persoonlijke ervaringen weiger ik te doden.
(haastig opkomend) Ik kreeg een tip. Er moet hier een revolutionair zijn.
Ja daar is hij. Het extravagante evenwel is dat wij ditmaal de meest extravagante mogen begroeten in een blijkbaar geheel op hol geslagen officier.
(haastig opkomend en zich tot de Officier wendend) Mijnheer de luitnant, ik kan het werkelijk niet langer missen. U moet mij verontschuldigen. Het is geen brutaliteit. Maar wij hebben niet meer te eten. Zou u mij willen teruggeven wat ik u laatst in het cabaret geleend heb?
De Paarse Papegaai, mijnheer de Officier.
(mijmerend) ... de paarse papegaai ... geschreven zonder hoofdletter?
(hem geld overhandigend) Zoveel?
| |
| |
Dank u, mijnheer de Officier.
Wil je een boodschap voor me doen?
Haal dan een fles victoria-water voor me.
Victoria-water! De tijd is voorbij dat zij enige schaamte aan den dag legden voor hun bedorven maag. Waarom zouden zij het ook doen? De maatschappij doet het evenmin. Het laatste stadium van het kapitalistisch stelsel: uitstalling van bedorven magen!
Mijnheer de Journalist, er is een contrastwerking die ik niet gaarne zou missen in het verslag dat u van deze ook voor mij gedenkwaardige dag zult uitbrengen. Vergeet met name niet te vermelden dat de Anarchist mooie dromerige ogen had, ik was hem bijna toegedaan; vergeet echter evenmin te vermelden: de karakterloosheid van de lippen, men was ingelicht over de geaardheid van de niet op zijn mondje gevallen waarheidspreker.
Ik ben door u niet te beledigen.
Niet zozeer waarheidspreker alswel waarheidverkoper. Daarom zijn uw waarheden al verdacht, daar zij niet levenswaar doch koopwaar, marktwaar zijn.
Bravo Officier, voortreffelijk geanalyseerd, met vreugde zien wij dat uw geest zich na een kleine inzinking weer verheldert.
(tot binnenkomende Invalide) Zo, invalide heerschap, loop je je buidel weer te spekken? Maar je wilt zeker ook eens rustig genieten van de faits divers. Ga daar staan naast de assistenten. Dan kun je tenminste nog goed zien.
Dank u, mijnheer de luitnant, dank u. Het is een mooi plaatsje, mijnheer de luitnant. Een ongelukkig oudsoldaat wil ook weleens wat zien.
Wil je dan een boodschap voor me doen?
Zeker mijnheer de luitnant.
Ga dan naar mevrouw Van Kamme. Doe me-
| |
| |
vrouw Van Kamme mijn groeten en zeg haar dat ik vanmiddag niet kan komen bridgen. (Invalide af) Mijne heren! De Professor maakte mij een compliment over de helderheid van mijn geest. Ik wil daar gebruik van maken. Ik wil mijn ervaringen niet onder stoelen of banken steken. Ik zal mijn ziel voor u blootleggen. Ik voel mij gedrongen u als broeders te beschouwen. Ik voel mij gedrongen u allen een bekentenis te doen. Ik veronderstel dat u het ongeregelde leven van een jong officier kent. Het komt neer op exerceren in de morgen, bridgen in de middag, 's nachts wordt het rammelen aan deuren van nachtkroegen om binnengelaten te worden om dan daar, zonder een spier op het gezicht te vertrekken, laten we zeggen: twee glazen bier te drinken. Een wee gevoel, mijne heren, wanneer u zich nog herinnert het stilleven van bierschuim aan de binnenkant van een leeg glas ... Tot overmaat van ramp werd ik laatst 's nachts op een ongelukkig ogenblik wakker. Met hoofdpijn. Naast mij lag een vrouw wier beminnelijkheid voor mij nog een paar minuten tevoren ver verheven stond boven alle twijfel. Ik vermoed dat u evenzeer de eigenaardigheden van dromende honden kent; ze schokken met de benen. Ook de vrouw naast mij schokte met de benen, kleine kreetjes slakend. Het zweet brak mij uit, van angst gemengd met hoofdpijn. Met ontzetting begreep ik dat wij allen automaten zijn. Deze vrouw, die met de benen schokte en ik, die op zijn tijd op anarchisten schoot ...
Wij zijn hier gekomen om de executie bij te wonen van een anarchist, wij wonen evenwel, als ik mij niet vergis, de zedelijke ondergang bij van een officier ...
Mijnheer de Professor, u is al te zeer gesteld op de helderheid des geestes dan dat ik mijn argeloze bekentenis in uw tegenwoordigheid nader zou kunnen ontwikkelen. (Hij geeft de gebruikelijke commando's waardoor de twee rijen soldaten elkaar eerst voorlangs passeren, vervolgens op de achtergrond verdwijnen, terwijl zij de Professor, de Journalist en assistenten onder protest derzelven voor zich wegdrijven. Op het toneel blijven alleen de Officier en de Anarchist)
| |
| |
Oef, oef, wat een vermoeiende geschiedenis. Bekentenissen moet men trouwens alleen maar onder vier ogen doen. Ik heb mijn goede redenen om mijn bekentenis juist aan u bloot te leggen. Ik hoop dat u nog even tijd heeft. Ik hoop dat u zich dat over niet op zijn mondje gevallen waarheidspreker niet zult aantrekken. Het is een kwestie van woord en wederwoord. Het zal wel even duren, ik zal dus eerst een paar stoelen halen. (Gaat weg, komt terug met twee rieten stoelen die hij midden op het toneel plaatst) Gaat u zitten ... eigenlijk heb ik u het leven gered, ik mag dus van u eisen dat u een korte tijd voor mij beschikbaar zult willen stellen; (sigarettenetui presenterend) rookt u?
(zijn sigaret aanstekend) Een zuiver persoonlijk gesprek natuurlijk. Wat een prettig gevoel met zijn tweeën te zijn, zonder toeschouwers. Vindt u ook niet?
Wat de toeschouwers betreft, geloof ik niet dat een theaterdirecteur dat met ons eens zou zijn.
Neen dat geloof ik ook niet. (Zij lachen beiden)
Maar ter zake. Zuiver persoonlijk, dat wil zeggen, het gaat uitsluitend over mij. Men zegt wel: officieren zijn stomme mensen. Mogelijk. In ieder geval kon ik er geen vinden met wie ik over mijn persoonlijke problemen enigszins diepgaand maar toch nuchter zou kunnen praten. Ik geloof dat u iemand is die mij beter zult begrijpen, uit de aard der zaak is u iemand die zich door alle wind en weer heeft laten beïnvloeden. Ik begrijp u, u vraagt zich af waarheen dit alles moet. Heb even geduld. Wij moeten weer terug naar: de schokkende benen. (Beiden lachen enigszins gedwongen) Waarschijnlijk hebt u het al opgemerkt: dat over de schokkende benen van de vrouw kon zelfs de grappige Hooggeleerde niet dadelijk verteren. Wilt u nu wel geloven: u hebt uw leven te danken aan die schokkende benen. Daarover wil ik met u spreken: over die schokkende benen: ere wie ere toekomt.
(zeer weinig op zijn gemak) Eerlijk gezegd kan
| |
| |
ik geen verband zien tussen uw insubordinatie en de persoonlijke herinnering die u nu te berde brengt.
U zult het gauw genoeg zien. Houdt u maar rustig. Blijft u nou zitten. (Hij drukt de Anarchist, die niet tracht op te staan, weer op de stoel terug) Ik geloof dat het het stommelen van deze benen op de matras was - het was een vrij harde doch veerkrachtige matras - dat mij toen wekte. Natuurlijk zou het zo'n vaart nog niet lopen, zou het zelfs niets te betekenen hebben, wanneer dat bête automatisme waarover ik sprak zich beperkte tot wat stommelende benen, zou het zelfs kleinzerig zijn kwalijk te nemen, dat men een enkele maal wordt wakker geschud. Neen, waarde heer, het ouwetomatisme beperkt zich niet daartoe. Wie het eenmaal weet, bespeurt het ook in de lieftalligste ogen, ook in de heftige krampachtigheid van snikkende omhelzingen: dit alles loopt accuraat af, of wij erbij betrokken zijn al dan niet. Blijft trouwens niet bij lieftallige ogen, omhelzingen en zulke dingen die velen ten onrechte als minderwaardig beschouwen ten opzichte van vele dingen die zeker niet meerwaardig zijn. Strekt zich verder uit; strekt zich uit over de Professor, de Journalist, de Invalide, de Stepdanser, de soldaten, de assistenten. Lopen allemaal accuraat af. Mijn commando's waren niet zonder opzet; dacht u dat wij zo rustig met elkaar zouden hebben kunnen praten, wanneer wij die mensen hier bij ons gelaten hadden. Als horloges zouden zij zijn afgelopen; zonder commando's zouden de soldaten zijn gaan exerceren: geeft acht, geweer schouderen, richt, rechtsomkeert, zoals ook zonder commando's de Professor op zijn tijd zijn grappen, de Journalist zijn bolhoed en de Arbeider zijn kanariepiet, of andersom, plaatst. Neen wacht u nou even. Ik begrijp wat u vragen wilt. Eruit springen?? Uit deze automaat zich redden?? Zeer moeilijk! Neen zegt u maar niets. Laten wij nu maar zonder redetwisten afscheid nemen. Een mens begrijpt nu eenmaal alleen maar zichzelf. Slot is toch altijd: ik tegen allen... Rookt u werkelijk niet?
(terwijl zij beiden opstaan) Drinkt u ook niet?
| |
| |
Een enkel glaasje, dunkt mij, kan geen kwaad.
Dan is u geen Hollander. Een Hollander mag van allerlei laten, roken doet hij.
Ik ben ook geen Hollander.
Weer zo'n vreemde snoeshaan dus, die hier de boel op stelten wil zetten. Laat u niet hinderen door dat ‘snoeshaan’.
Neen. Dat zal uw manier van snorken zijn, niet?
Juist, dat is mijn manier van snorken. Neen, gaat u nog niet weg. Ik merk: u heeft begrip voor andermans manier van snorken. Ik wou u nog iets vragen. (Trekt hem weer terug, drukt hem op de stoel)
Ik vrees dat ik u van weinig nut zou kunnen zijn, ik ken hier zowat niemand ...
Die is goed! Dacht u dat ik u om introducties wilde vragen bij uw Partij nu ik het bij de andere Partij verbruid heb door mijn insubordinatie?
Wanneer het kan, moet men elkaar helpen, maar zoals ik u zei, ken ik hier niemand, ik werk op mijzelf.
Ik begrijp: een one man's association. Maar dat juist is het wat ik ook beoog. Versta mij wel: ik wil niet de boel in de steek laten en 'm smeren. Neen, ik blijf, ik kies niet het hazepad, ik zal mij verantwoorden.
Wanneer u bedoelt dat zij u ter verantwoording zullen roepen, dan heeft u volkomen gelijk.
Nee man. Wees nou niet zo wereldwijs. Ik vergis mij toch niet, je hebt je toch zeker door alle wind en weer laten beïnvloeden?
Zeker is dat zo. Ik ben in Kschtsch, aan de Pools-Russische grens geboren ... te voet heb ik Polen doorkruist, ik moest mij schuil houden in Gdynia ... in een goederenwagen naar Berlijn ...
Nou, zie je wel: aangevreten door alle weer en wind. Wij zijn hier allemaal koukleumen. Wij praten de anderen na, maar kruipen zelf achter de kachel; zelf proberen wij niks. Mijn vrienden waarschuwen mij voortdu-
| |
| |
rend, maar waar halen zij hun levenswijsheid vandaan? Zijn zij dan misschien ook urenlang in een goederenwagen murw geslingerd? Zijn zij het die aan de Poolse grens geboren zijn? Waar halen zij dan het recht vandaan mij te waarschuwen, dat het zo moeilijk is zich te redden uit de automaat? Ik ben een dwaas dat ik hen napraat, een dwaas dat ik mij jarenlang door hen liet weerhouden, een dwaas dat ik hen weerzinwekkend na-aap. Weet u wat moeilijk is? Zich te onttrekken aan de zich steeds vaster aansnoerende kring van vrienden die je insluiten en roerloos klemmen, als de ene steen de andere in de verharde mortelpap van muren.
Een tere kwestie voor mij. Ik had zelden een vriend.
Jeremieer daar niet over. Dat was je geluk. Daarom ben je de hele wereld doorgeslingerd. Ik zou er ook wel van houden zo een beetje op goed geluk te slingeren.
Maar weet u, dat dat niet prettig is?
Nu moet je het niet te bar maken. Ik heb je niet doodgeslagen. Maar ik zou je per slot toch nog doodslaan als je zo doorgaat met je levenswijsheden. Ik heb niets te maken met jullie levenswijsheid. Ik zal doen zoals mijn hart mij gebiedt. Ik zal mij stellen voor de krijgsraad, ik zal mij ook stellen voor mijn vrouw. Ik zal zeggen: Ik vind het stom zoals jullie leven. Ik veroordeel jullie niet. Jarenlang heb ik ook zelf zo voortgevegeteerd. Ik doe het niet langer. Maak jullie ogen open, jullie oren en jullie geest, en je zult begrijpen: dat ik niet alleen geen insubordinatie pleegde doch zelfs de gehoorzaamheid in acht nam tegenover wetten waaraan de planten zogoed als de dieren en de mensen onderworpen zijn. Maar nu ter zake, ik zou je een vraag willen stellen. In zekere zin heb je hem reeds beantwoord. Ook jij schijnt te veel verslaafd aan levenswijsheid. Bedenk dus dat je in Polen geboren bent en de heleboel hier aan je laars lapt. Antwoord dus geheel onbevooroordeeld: Vind je mijn insubordinatie onverantwoordelijk?
Gevaarlijk is zij in ieder geval.
| |
| |
Maar betreuren kun je het tenslotte toch niet. Daar heb je je leven tenslotte toch aan te danken.
Nee, betreuren doe ik het allicht niet.
Nou dan kunnen we in vrede en pais van elkaar scheiden. Wij kunnen zelfs een eind dezelfde kant uit. Neen, nog even deze stoelen wegzetten. (Brengt de stoelen weg) Nou daar gaan we. (Hij steekt zijn arm in die van de Anarchist. Beiden af. Stepdanser en Invalide komen tegelijk op, de een van links, de ander van rechts)
(triomfantelijk) Victoria-water!
(even triomfantelijk) Een brief van mevrouw Van Kamme! (Ze kijken elkaar aan, dan verbaasd in het rond en omhoog)
Nou, er is geen mens meer te bekennen. Ze hebben de vuilik al ... (Hij maakt het snijmanuaal aan de hals, dat hij vergezeld doet gaan van een sissend geluid)
Wat doet hij ook in de kou!
(Victoria-fles openrukkend en aan de mond brengend) Dat komt net van pas. Ik had een hondse dorst. (Maar dan tot de Invalide, die de gelakte brief van mevrouw Van Kamme heeft opengemaakt) Man, wees niet zo latah!
Nou dan ben je nooit in Indië geweest. Ik was er op tournee. Ze behandelden me daar net als een artiest. Latah, man, dat betekent dat je net doet als een ander doet. Zonder je kop erbij te gebruiken, begrijp je?
Nou ik had nogal een mooie fles om uit te drinken net als jij.
Maar jij mag zijn brief niet lezen, omdat ik zijn water drink.
Zal ik je wat zeggen? Je bent gek, rare spring-in-'t-veld. Ten eerste omdat je je in je mond laat wateren. Ten tweede omdat je niet weet dat een ouwe man als ik slechte ogen heeft en niet lezen kan.
Maar met dergelijke smoesies neemt de rechtbank geen genoegen. Dat moet je maar 'ns goed begrijpen.
|
|