In de voorstelling van de burger wordt dit gezelschap vooral gevormd door psychopaten en artiesten met lange haren.
2. Een ander mensentype dat nogal eens voor romantisch wordt uitgekreten is de operetteheld. De gepassioneerde mens met een neiging tot de hoge C. Wij kennen dit type vooral uit de opera's, bijvoorbeeld van Carmen en Don Juan, maar in de zware filosofische literatuur komt dit type eveneens voor, vooral dan weer onder de Spaanse vlag. Ik denk dan in de eerste plaats aan Miguel de Unamuno, voor wie een leven zonder hartstocht zou gelijk zijn met een leven zonder leven.
3. In het leven van het denken vervult het begrip Romantiek een belangrijker, in ieder geval meer verfijnde rol. Bij de hartstochtelijke mens worden eenvoudig gevoel en drift geaccentueerd ten koste van verstand, rede en geest. Dit is eigenlijk een vrij primitieve zaak. Wij hebben met een meer genuanceerde situatie te doen, wanneer het niet gaat om de verhouding gevoel en verstand, maar om die van rede en intuïtie. De intuïtieve mens kan men als een verfijnde romanticus beschouwen. Hij sluit de rede niet uit, maar het antwoord op de laatste vragen laat hij niet van de rede, maar van de intuïtie afhangen. Hij is toegankelijk en vatbaar voor indrukken en ingevingen, die hem toekomen uit de eigen ziel of wereldziel, die hij dan weer verschillende namen kan geven.
Ik heb u hier in het kort enkele mensentypes aangewezen, die men in het dagelijks gebruik als romantisch pleegt aan te duiden. Ik heb u genoemd: de onpraktische, de gepassioneerde en de intuïtieve mens. Waarschijnlijk zou men hier tal van andere types aan kunnen toevoegen.
Wat is nu de fout die men gewoonlijk pleegt te maken? Men gebruikt de karaktertrekken van een bepaald mensentype, meestal is het de gepassioneerde of intuïtieve mens, als karakteristieken van een bepaald tijdperk. Dat is het begin van alle verwarring. Men komt noodzakelijkerwijs tot een verwrongen en daardoor uiterst ingewikkeld beeld. Dat dit beeld onjuist moet zijn volgt reeds uit de vooronderstelling, die er aan ten grondslag ligt, dat een bepaald tijdvak uit de beschavingsgeschiedenis uitsluitend één mensentype zou