dit dateert toch pas uit de jaren vijftig en zestig. De novelle werd in 1934 geschreven.
2. Ik ben het met u eens dat men in mijn werk zowel vitalistische als existentiële en romantische elementen aantreft. Wel vraag ik mij af of deze elementen ná of naast elkaar voorkomen als aparte fenomenen, dan wel in elkaar overvloeien. Het is met andere woorden de vraag of de ‘romantische ethiek’ die door u wordt gepostuleerd wel als een postulaat of conclusie, dan wel als een der ritmische elementen moet worden beschouwd.
3. In multiraciale samenlevingen zijn de taboes van interetnische en incestueuze relaties zonder twijfel van belang, maar van nog meer belang is de complicatie dat zij onderling verwisselbaar zijn. Men gebruikt het ene taboe vaak als een alibi voor het andere. In multiraciale samenlevingen wemelt het niet zozeer van taboes als wel van alibi's. Men wil vooral niet herkend worden.
Wil s.v.p. deze kanttekeningen niet beschouwen als doctrinaire opvattingen mijnerzijds. Ik geef ze alleen maar als achtergronden van een wereld die u mogelijk niet zo vertrouwd is. Anderzijds, het is ook best mogelijk dat ik er al te zeer mee vertrouwd ben om door de bomen het bos te kunnen zien. Maar in het Papiamento hebben wij een spreekwoord dat zegt: ‘tur cos ta un prubamentu’, nog het best te vertalen als ‘wij kunnen tenslotte altijd een poging wagen’. - Met vriendelijke groeten enz.
Laren 12.4.76
p.s. Voor de informatie van de lezer zij aangetekend dat een nauwkeuriger onderzoek van de chromosomen van de auteur, verricht op 3 april 1977, het volgende resultaat heeft opgeleverd: Kaukasisch 75%; Indiaans 20%; Afrikaans 4%; 1% niet determineerbaar. Het onderzoek had plaats op het ‘Institute for chromosomic research’ van de who (World Health Organization) te Genève. Volgens gezaghebbende gametologen (= chromosomenkenners) vertoont dit instituut de neiging het negroïde percentage zo laag mogelijk te hou-