Verzameld werk. Deel 2. Gedichten(1985)–Cola Debrot– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Beauté mortelle Marmeren glans, ik geef er niet meer om, de wellust van uw hals viel ik ten prooi. Ik hield van amaryllen, half verstrooid, vóór ik mij op uw lippenrood bezon. De hitte van de Castiliaanse zon wedijvert met uw rosse harentooi. De schoonste lelie voelt zich soms berooid, omdat uw voorhoofd 't van haar blankheid won. Maar voorhoofd, hals, lippen en haren blond, eeuwige oorsprong mijner vreugd bevonden, zij horen eens uw lijk toe, ijzig koud, en 'k zit, mijn voorhoofd op uw witte sponde, vertwijfeld, daar ik evenmin doorgrond uw starre blik, die naar de einder schouwt. (geïnspireerd door Luis de Góngora) Vorige Volgende