Verzameld werk. Deel 2. Gedichten(1985)–Cola Debrot– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] De stervende kluizenaar Ik ben bevrijd van de impuls van Satan, o drijfveer van het innerlijk duel, terwijl berusting van het laatste Amen mijn ziel hoedt voor de gaping van de hel. Wie hoopt niet, als zijn stervensuur nabij is, dat stormweer, nacht en onraad overgaan naar hemelglans, waar het een eeuwige Mei is en waar de bloemige harmonie bestaat...? Of staart straks op een dode kluizenaar de schedel met zijn sombere oogkassen, die ik zo vaak getild heb in de hand, en wordt dan met een koude schrik gewaar, in kamerstilte, aan de dood verwant, de grijnslach van wie voor de dood wou passen? Vorige Volgende