multa valde inhonesta’ (Van Heurck, De Vl. Volksb., p. 204. - Over die censuurlijsten meer hieronder dl. II, Hoofdstuk III, b).
Er moet een verband bestaan tussen deze prozaroman en de historie van Turias ende Floreta (werd hierboven behandeld), welke begint: ‘Int rijc van Persen regneerde een machtich coninc Canamor gheheeten, ende een duechdelike coninginne die men Leonella noemde. Dees coninck ende coninginne hadden tsamen een sone Turias...’ (edit. p. 2). Het lijkt dus wel alsof dit laatste volksboek een vervolg is op het eerste.
We veronderstellen dat er ook enige betrekking zal bestaan hebben tot de Spaanse prozaroman waarvan we als oudste editie, in-4o, kennen:
La Historia del rey Canamor y del infante Turian su hijo de la grandes auenturas que ouieron. - Fue empremido este presente libro en la ciudad de Seuilla por Jacopo Cromberger Aleman. Anno de mil y quinientos y veynte y viii annos a xviij dias de Iulio.
(Brunet, I, kol. 1530; zie ook Suppl. II, kol. 995 - ex. Montpellier.)
Merkwaardig is dat juist de Spanjaard Vives bij de prozaromans ‘in hac Belgica’ dit verhaal vermeldt; in ieder geval is het niet gewaagd te aanvaarden dat Leonella ende Canamorus reeds vóór 1523 in het Nederlands bestond. Gaat de Spaanse tekst hier op terug of omgekeerd? of hebben beide een gemeenschappelijke bron?