De Nederlandse volksboeken
(1977)–Luc Debaene– Auteursrechtelijk beschermdNederlandse drukken:Geen enkele Ndl. druk is bekend. | |
Latijnse drukken in de nederlanden:1. - 1473, Aalst, [Jan van Westfalen met Dirk Martens], 4o (CA 11 en POL. 3158) ('s-Gravenhage KB, Brussel KB). 2. - 1479, Leuven, Conradus Braem, 4o (CA 12) (Parijs Bibl. Nat.). 3. - 1443 [verkeerd voor 1483], Leiden, [Hendrick Hendricksz], 4o (CA 13 en Suppl. I, 13) (Dublin Trinity College). 4. - [ca 1487, Leuven, Aegidius vander Heerstraten] 4o (Ernst Voullième, Noch vier unbeschriebene niederländische Inkunabeln, in Zentrallblatt für Bibliothekswesen, XXII (1905), pp. (313-315), p. 314. (Berlijn StB). 5. - 1488, Antwerpen, G. Leeu, 4o, (CA 14 en POL. 3159) (Brussel KB en Hamburg SB). 6. - 1488, Antwerpen, Math. Goes, 4o, (CA 15 en Suppl. I, 15) (Cambridge UB). | |
Engelse druk in de nederlanden:S.d., s.l.? [ca 1515? Antwerpen, Jan van Doesborch] 4o, (NK 2240), (frag. Edinburg Signet Libr.) | |
[pagina 208]
| |
Voor andere Engelse drukken cfr Pollard-Redgrave, Short-Title Catal., nrs 19970-19974. | |
Verdere literatuur:Cfr Manuel van Brunet, I, kol. 66-70 en Suppl. II, kol. 232 en Heitz-Ritter, Versuch, pp. 36-38. Voor het Eng. volksboek cfr Proctor, J. v. Doesborgh, no 9 (pp. 24-25), waar deze verwijst naar W.C. Hazlitt, Handbook of Early English Literature, p. 588: ‘for three later editions, one of 1560, one of 1567, and one imperfect, but of about the same date. This last is a different translation from the present text; probably from the Latin. An edition was licensed to T. Norton in 1569-70: see Arber's Transcript of the Registers..., vol. I, p. 189: Warton's Hist. of English Poetry, vol. 3, p. 416, note.’ Het Duitse volksboek (vertaling door Niclas von Wyle, 1462, oudste editie: 1473) werd uitgeg. door Adelbert von Keller, (Stuttgarter Lit. Verein, nr 57), Stuttgart, 1861. Een moderne uitgave: Aeneas Silvius Piccolomini (Pape Pie II), Euryale et Lucrèce. Roman. Traduit du Latin par H.J. Sikorski et Wilfred Chopard. Avant-propos d'André Thérive, Paris, 1923. C. Kruyskamp (Refreinenbundel van Jan van Doesborch, I, aantekeningen bij Refr. XII, p. 10), zegt: ‘een Nederl. vert. van vóór 1540 is niet bekend, maar heeft wsch. wel bestaan: Van Doesborch drukte ± 1515 een Engelsche vertaling (Nijh.-Kron. nr 2240), en daar hij van verscheidene populaire boeken een Engelsche en een Nederl. uitgave drukte, is het aannemelijk dat dit ook bij dit boek het geval was, te meer daar Euryalus en Lucretia tot de vaakst genoemde gelieven behooren niet alleen in onze refreinen..., maar ook in die van Van Styevoort en de z.g.n. Nieuwe Ref. van Anna Byns.’ - NK 013 schijnt zich hierbij aan te sluiten en stelt aldus bij de twijfelachtige opgaven voor: ‘vóór 1530’. Wij wijzen er bovendien op dat J.L. Vives in zijn De institutione foeminae Christianae (Brugge, 1523), na een aantal prozaromans ‘in Hispania..., in Gallia..., in hac Belgica...’ genoemd te hebben, daar aan toevoegt: ‘Sunt in vernuculas linguas transfusi, ex Latino quidem: velut infacetissimae facetiae Poggij, Euryalus et Lucretia,...’ (Cfr Opera, Basel, 1555, II, pp. 657-658): had hij hier ook een Nederlandse vertaling op het oog? En zo ja, had deze rechtstreeks tot bron de Latijnse tekst De duobus amantibus Eurialo et Lucretia opusculum van Aeneas Silvius Piccolomini, de latere Paus Pius II, die dit in 1444 schreef? Als dit het geval is (wat Vives' nota schijnt te aanvaarden) dan zijn we geneigd, de algemene evolutie der prozaromans als genre in acht nemend, de vertaling tussen 1473 en 1490 te plaatsen. De vertaling kan evenwel ook geschied zijn langs een andere taal om, b.v. het Duits. Zie verdere argumentatie hieronder dl. II, Hoofdstuk II. |
|