De mooiste liedjes(1980)–Louis Davids– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] In de Jordaan Waar is het op de wereld zoo vroolijk, Gezellig en oolijk, Waar heb je op de heele aardbol meer plezier, Reuzenkeet en vertier? Waar wibbelen de roodbaaien rokken, Waar krullen de lokken, Waar is 't een gehaaide klit, Waar heb je de meiden, waar nog fut in zit? In de Jordaan, In onze eenige Jordaan, Op die eene kleine plek, Zijn de toffe jongens gek, Waar de witte jakken stijf als planken staan. In de Jordaan, In onze eenige Jordaan, Dat is het eenigst hoekje, waar ik dood wil gaan. Vooruit jongens, op zijn ouderwets De beentjes van de vloer. Als lange Jan zijn slinger gaat draaien, Dan kan je zien zwaaien, Dan kan je onze meiden nog eens van katoen, 'n Eerste klas step zien doen. Dan slingeren ze op hakken en toonen, Met gloeiende koonen, En ze zweven als een tol, Waar vind je nog die onderwetsche lol? In de Jordaan, In onze eenige Jordaan, Op die eene kleine plek, Zijn de toffe jongens gek, [pagina 68] [p. 68] Waar de witte jakken stijf als planken staan. In de Jordaan, In onze eenige Jordaan, Dat is het eenigst hoekje, waar ik dood wil gaan. De goosers met 'r eenig bels broekie, Hun blauw zijden doekie, D'r zilleveren ketting en d'r jokeypet, In d'r snuit 'n sigaret, De uitgelezen goocheme knokkers, De broeiers, de gokkers, Die alleen drie kerels staan? Vind je toch alleen bij ons in de Jordaan. In de Jordaan, In onze eenige Jordaan, Op die eene kleine plek, Zijn de toffe jongens gek, Waar de witte jakken stijf als planken staan. In de Jordaan, In onze eenige Jordaan, Dat is het eenigst lioekje, waar ik dood wil gaan. Vorige Volgende