Lot van wiisheyd ende goed geluck(1606)–Jan David– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio I1v] [fol. I1v] Een goedt peerdt, is sijn hauer vveerdt. Men seght, en t'is waer, dat een goedt peerdt, Als oock een goedt dienaer, en goedt officier, Is prijs, en loon, als sijn hauere weerdt: Maer so niet d'onnut, legh, rendt of dier. T'on-werckelijc houdt worpt-men in t'vier. Vorige Volgende