Verspreide en nagelaten gedichten(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 314] [p. 314] Bie en wesp. Wie met verkankerden geest doorspiedt des Almachtigen leering, Put er alleenig venijn, schept er zijn eeuwig verderf. Hij, die met zuiveren zin en schuldloozen harte ter bronwel Nadert des heils, hij put hemelsche laafnis er uit. Zit niet de bie en de wesp aan denzellefden geurenden bloemkelk? Honig oogst er de bie, gif, en niets anders, de wesp. Vorige Volgende