Verspreide en nagelaten gedichten(1869)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 153] [p. 153] Deuntjen. Van langen zangen houd ik niet: Ik min een kort en bondig lied, Dat hippelt en trippelt, Dat flikkert en blikkert En dat der gunst van Piet En Margeriet geniet. Wen leeken preeken als pastoor, Dan stop ik seffens hun mijn oor. Ik drentel en wentel, Ik schommel en trommel Of tuit hun zoo iets voor, Dat hunnen koor verstoor'. Beminde vrienden, luistert wel: Het dichten is maar kinderspel. Men huichelt of guichelt, Men vedelt of bedelt, Tot dwaze rijmgezel Met schel en bel toesnell'! Vorige Volgende