Gedichten(1850)–Johan Michael Dautzenberg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De Schutsengel. Moeder, o moeder, ontwaakt uit uw slaap: Vluchtige vlinders verlokken uw knaap! Alles wat glinstert bevalt aan zyn oog, Alles is glans in der schepping vertoog. Zie, hoe hy ginder verleid en verblind Naar het gebergte zich richt en verzwindt. Moeder, o moeder, ontwaakt uit uw slaap, Zoekt het onnoozel verlorene schaap! Ziet gy, nu spoedt zich uw liefling omhoog, Waar een bekoorelik vlinderken vloog. [pagina 78] [p. 78] Ziet ge nu wankelt hy, helpt hem gezwind, Eer hem de onpeilbare diepte verslindt. Moeder, o moeder, daar struikelt uw knaap. Schrikt niet, o moeder, uit zaligen slaap! Hoog van der sterren oneindigen boog Zag hem zyn engel, die neêr tot hem vloog; Tevens verhief zich een struik, die, als vrind, Juist op de hellinge reddede uw kind. Vorige Volgende