VII. Aanteekeningen bij de illustraties
Een portret van Jan van den Dale heb ik nergens aangetroffen en daar een dergelijk portret niet vermeld wordt in:
1) | H.W. Singer, Allgemeiner Bildniskatalog, Leipzig, K.W. Hiersemann, 1931, III en XII. |
2) | Fr. Muller, Beschrijvende Catalogus van 7000 portretten van Nederlanders, en van Buitenlanders, tot Nederland in betrekking staande, Amsterdam, Fr. Muller, 1853. |
3) | J.F. Van Someren, Beschrijvende Catalogus van gegraveerde Portretten van Nederlanders, Amsterdam, Fr. Muller, 1888, I; 1890, II; 1891, III. |
denk ik niet dat er een bestaat.
Een reproductie van het tabernakel van de Sinte Loysbroederschap, door J. van den Dale geschilderd, noch van sierwerk door J. van den Dale in het register van de Brusselsche kamer ‘Het Boeck’ aangebracht, kon ik verkrijgen.
Door bemiddeling van Dr H.F. Bouchery werd mij een cliché bezorgd door de Koninklijke Musea van het Jubelpark van ‘Christus aan het Kruis’, beeld gepolychromeerd door J. van den Dale en dat berust in de kapel van O.L. Vrouw van Blindekens te Brugge.
Een reproductie van de ‘stoefstrate’ uit J. van den Dale's tijd lijkt niet voorhanden; daarom werd hier een photo ingelascht van: ‘Vüe de la rüe du grand marché, vers le Manneken pis’, die de ‘stoefstrate’ voorstelt na het bombardement van Brussel in 1695. Deze plaat komt uit de verzameling: A. Coppens, Perspectives des ruines de la ville de Bruxelles, 1695, die berust in het Prentencabinet der Koninklijke Bibliotheek te Brussel, no 27387.
De plaat nopens het baden komt voor in: Magninus Mediolanensis, Tregement der Gesontheyt, Brussel, Thomas van der Noot, 1514; men vindt ze gereproduceerd in W. Nyhoff, L' Art Typographique dans les Pays-Bas, La Haye, 1926, II.
De houtsnede met doodendans werd ontleend aan mijn artikel in ‘De Gulden Passer’ (van den drie blinde danssen), 1942, p. 276.
De houtsnede uit ‘den Camp vander doot’ van Jan Pertcheval, dank ik aan de welwillendheid van Prof. Dr P. de Keyser, die zoo vriendelijk was me zijn photocopie van dit gedicht in bruikleen te geven, en met wiens goedvinden hier een photo van deze houtsnede ingelascht werd; ‘den Camp vander doot’ is een incunabel, in 1486 te Gouda door G. Van Os gedrukt.
Voor de andere illustraties uit ‘de Wre vander doot’ en ‘De Stoue’ verwijs ik naar mijn bibliographische beschrijvingen. De titelbladzijde van ‘De Stove’ (ed. Godt = gaf Verhulst) werd ook afgebeeld bij J. Wilms, Onder Sint-Andriestoren (De Schuif. De Boeksteeg. De beruchte Lepelstraat), Antwerpen, N.V. De Nederlandsche Boekhandel, 1941, 2e druk, pl. 17.