en Stekene.
Omdat midden in de 19de eeuw de bevolking van Klein-Sinaai sterk was toegenomen,
werd Klein-Sinaai een onafhankelijke parochie met een eigen kerk, toegewijd aan
O.-L.-Vrouw (1853).
Terug in de Koebrugstraat duikt rechts een nieuwe woonwijk op met bij de ingang
van de wijk, links van de Kloosterstraat, een apart en eigenzinnig monument. Het
herinnert aan de roemrijke abdij die hier eertijds stond en aan de periode van
bijna twintig jaar dat hier opgravingen zijn gedaan om de plattegrond en de
geschiedenis van de abdij boven te spitten. Deze opgravingen gebeurden meestal
in vakantiekampen door amateurs, begeleid door archeologen onder leiding van
Alfons de Belie, toen voorzitter van VOBOV (Verbond voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek in Oost-Vlaanderen). Oorspronkelijk was het monument bedoeld als
doorkijkmonument aan de rand van de Moervaart, met zicht op de vroegere
landerijen van Boudelo. Het monument vertelt als het ware de geschiedenis van de
abdij en van de opgravingen. Hierbij wordt duidelijk gemaakt dat de plaats van
de abdij reeds bewoond was duizenden jaren vooraleer de monniken hier
neerstreken. Ook de straatbenamingen herinneren aan de abdij. Het
‘besluyt’, d.i. de omsloten ruimte van de abdij, strekte
zich uit tot aan de huidige Moervaart (Durme en Moere) in het zuiden en tot
Koudenborm (de grens met Moerbeke) in het westen.