Vive le geus!
De Reynaertbank is ingeplant op een historisch belangrijke plaats. Honderd meter
verder, aan de overkant van de straat, liep eens de Hulsterse (Gentse) Vaart,
gegraven in 1315, nu gereduceerd tot een gracht en enkel overlevend als
toponiem. Zij verbond Hulst, langs de Stekense Vaart en de Durme, met Gent.
Vanuit dat welbepaalde punt vertrok het kanaal van Parma dat op 17 augustus 1585
de overgave van Antwerpen tot gevolg zou hebben.
Op 12 oktober 1584 gaf Alexander Farnese het bevel om dit kanaal te graven. Drie
maanden later bereikte het kanaal de Schelde bij Kallo, waarna Farnese begon met
de aanleg van de bootbrug die de verdere bevoorrading van Antwerpen verhinderde,
wat uiteindelijk de val van Antwerpen tot gevolg had. Farnese maakte dankbaar
gebruik van de bestaande waterlopen en kreken om zijn vaart te voltooien. God
had hem op dit idee gebracht, vertelde hij aan de geschiedschrijver Strada.
Wie het bos induikt, ontdekt achter elke boom een geus en hier en daar nog sporen
van het fameuze kanaal. Wat er van rest is echter een belediging. Dit onooglijke
watertje deed Antwerpen de das om. Het kanaal zou nog eens misbruikt worden. In
1702 werd het geïntegreerd door de Fransen in de linie tegen de
Hollanders. De Fransen bouwden een aantal forten op deze linie (p. 56),
waaronder het fort Sint-Jan, later beter bekend als de Wal, maar oorspronkelijk
Saint-Jean geheten, naar de ingenieur die het bouwde. In 1713, na de Vrede van
Utrecht, werd het geslecht. Zestig jaar later werd de provinciale weg er dwars
doorheen getrokken. Van dit fort zijn, links en rechts van de weg, nog wel de
grachten te zien, en rechts nog een deel van de wallen. De volksverhalen
vertellen dat in geheime