Reynaerts pad
Historische schets
Op 16 oktober 1953 opperde Dr. J. Goossenaerts in een lezing voor de Bibliotheca
Wasiana te Sint-Niklaas het idee om een Reynaertpad te ontwerpen van Hulst naar
Sint-Amandsberg. Na intense studie, een uitvoerige briefwisseling en een aantal
bijeenkomsten van een ‘Reynaertacademie’ in de kelders van
het Destelbergense kasteel Notax, werd op Pinkstermaandag van 1955 een
Reynaertroute ingereden. Onder de genodigden waren de Reynaerdisten broeder
Aloïs, pastoor Jozef de Wilde, Dr. Jozef Goossenaerts, de Hulsterse
wethouder P.J. Brand, de professoren W. Gs Hellinga (Amsterdam) en P. de Keyser
(Gent), de heemkundige Marcellijn Dewulf, de historicus P. Thuysbaert, Stijn
Streuvels, de Sint-Niklase stadsbibliothecaris André Stoop en vele
afgevaardigden van de gemeentebesturen. De Vlaamse Toeristenbond, onder leiding
van zijn voorzitter Jozef van Overstraeten, sponsorde en bezielde het project.
Die 26ste mei 1955 werden overal tussen Hulst en Destelbergen Reynaertfeesten,
voordrachten en tentoonstellingen georganiseerd en Paul de Monts Reynaert werd opgevoerd te Hulst en te Destelbergen. Langs het traject
werden zeven Reynaertbanken officieel ‘ingezeten’ (telkens
door een beroemd tweetal). Op elk van deze banken stonden enkele verzen uit de
Reynaert die de band legden tussen verhaal en lokatie
(Nieuw-Namen/Hulsterlo, De Klinge/Kriekeputte, Kemzeke/Trompe, Belsele,
Daknam/het graf van Coppe en de hofplaats en Oudenbos/priorij). Het vertrekpunt
van de route was het Reynaertstandbeeld van Anton Damen te Hulst. Zo ontstond
als het ware een literaire Reynaertpelgrimsweg langs verscheidene
‘Reynaertstaties’. In 1958 werd als rustpunt en middelste
punt van de route in het Sint-Niklase stadspark een beeld van Albert Poels
onthuld (zie p. 118).
Als ‘gids’ voor het Reynaertpad werd op 16 mei een speciaal
Reynaertnummer van De Toerist uitgegeven met als voornaamste artikel
‘De Geografie van de Reinaert’ van