Na enkele aanwijzingen voor het gebruik van het boekje en het rijden van de route
(p. 33-36) nemen wij u mee op een 85 km lange tocht, die eventueel tot 104 of
164 km kan worden uitgebreid. Voor de wandelaars werd in een derde deel een
langeafstandspad beschreven. Fietsers kunnen beide routes volgen.
Graag willen wij enkele mensen bedanken die bij de totstandkoming van dit boek
een grote hulp waren. In de eerste plaats dank aan de Gewestelijke VVV van het
Land van Waas onder het voorzitterschap van Lucien Bats, verder aan Els van
Daele-Wauters, Fred van der Gucht, André Vanderveken, Erwin
Verzandvoort en A.E.M. Hulshout, die geholpen hebben bij het persklaar maken van
deze uitgave, en aan stadsbibliothecaris Luc de Backer, Raf Fouquaert, Katrien
Duerinck-Gheysen en fotograaf Paul de Malsche, die ons tijdens onze speurtocht
naar fotomateriaal grote diensten hebben bewezen. Ook Anton van Wilderode en
Bert Peleman danken we hartelijk voor de gedichten die ze ons bereidwillig
leenden.
Bij de tweede druk.
Niets verandert zo snel als de wereld om ons heen. Op anderhalf jaar tijd werd
het beschreven landschap op tal van plaatsen gewijzigd, meestal verminkt.
In deze nieuwe druk werd het gebruikscomfort verbeterd. Tevens werden enkele
onduidelijkheden weggewerkt. Graag danken wij hiervoor Wilfried Maes en Broeder
Tarcis van den Bogaert.
De beschreven routes zijn ongewijzigd. Toch is er één
fundamentele verandering. Het langeafstandspad wordt alleen nog voor de
wandelaar beschreven. De kans is erg groot dat deze route nog in 1993
bewegwijzerd wordt. De fietser krijgt meer aandacht tijdens de beschrijving van
het eigenlijke Reynaertpad. Daarom werd de route in drie delen opgesplitst (zie
p. 158). Een aantal verbindingsroutes stelt de fietser in staat om vier of vijf
unieke aparte lussen te volgen.
Tot slot een droeve noot. Op 17 februari 1992, precies negen maanden na de
voorstelling van Het Land van Reynaert en het inrijden van de
route in de pinksterdagen van 1991, verliet Herman ons, geheel onverwacht. Hij
was pas 54. Dit boek (vooral p. 27-30 en 64-89) is samen met zijn Boonstudie
over Wapenbroeders en zijn artikels in Tiecelijn Hermans Reynaerdiaans testament. Hij zal altijd bij ons
blijven.