Atlas van de Nederlandse klankontwikkeling (ANKO). Aflevering 2
(1977)–Jo Daan, M.J. Francken– Auteursrechtelijk beschermdGeloof aant.De gegevens voor kaart 20 voor Nederland en het Nederlandssprekende deel van België zijn ontleend aan: Rnd 79: (ik) geloof (er geen woord van). Het materiaal is aangevuld met gegevens van Dn 5 (1970): (ik) geloof (dat hij gelijk heeft), en van Dn 6 (1970): (ik) geloof. Het materiaal voor Duitsland is ontleend aan: Schönhoff (1908); Woeste (1930) en het Rheinisches Wörterbuch (1928-1971). Dit is vergeleken en aangevuld met dat uit de zinnen van Wenker (8: Mijn voeten doen erg zeer, ik geloof, dat ik ze doorgelopen heb), dat ons door het Institut für | |
[pagina 88]
| |
Deutsche Sprachforschung te Marburg beschikbaar was gesteld), waardoor wat uitvoeriger informatie dan op de andere kaarten gegeven kon worden.
Het woord werd gekozen omdat het de verspreiding van de niet-functionele umlaut bevredigend aantoont, en een aanvul ling geeft op kaart 9 van afl. 1. De infinitief, waaraan we de voorkeur gegeven zouden hebben, komt niet in de Rnd voor; bij een voorafgaand onderzoek in monografieën leek dit geen bezwaar.
De indeling van de kaart berust op een verdeling in tweeën: het westelijk deel zonder umlaut (cirkelteken), het gehele oosten met umlaut (lijntekens). Het gebied met umlaut vertoont de volgende varianten: umlaut waarbij ronding bewaard bleef (schuine lijntekens), umlaut met secundaire ontronding (halve schuine lijntekens), stijgende tweeklanken (liggende parallellogrammen) en daaruit ontwikkelde vocalen (delen van liggende parallellogrammen). De gegevens voor Friesland zijn door Miedema in het genoemde artikel met bijbehorende kaart met meer kennis van zaken dan de onze geïnterpreteerd. |
|