Atlas van de Nederlandse klankontwikkeling (ANKO). Aflevering 2
(1977)–Jo Daan, M.J. Francken– Auteursrechtelijk beschermdStenen aant.De gegevens voor kaart 16 voor Nederland en het Nederlandssprekende deel van België zijn ontleend aan: Rnd 25: (Geef mij twee brede) stenen. Het materiaal is aangevuld met dat van Ag 79: (groote) steenen. Het materiaal voor Duitsland is ontleend aan: Schönhoff (1908); Rakers (1947) tekst blz. 118, 119 en de onuitgegeven kaarten 100 en 101; Woeste (1930) en het Rheinisches Wörterbuch (1928-1971).
De keuze van een woord geschikt om de ontwikkeling van ogm. ai te illustreren, was bijzonder moeilijk. Van de in de Rnd voorkomende woorden vertoonden twee en zee vaak diftongering, het gevolg van de positie aan het einde. De klinker in breedste was dikwijls kort, die in brede vertoonde onregelmatigheden als gevolg van de palatale medeklinker in plaats van de dentale, volgend op de klinker. Sneeuw en eeuw hadden met name in vak L een geronde vocaal. Meester, dat zich meestal gedraagt als de woorden met ai, had eveneens vaak een korte klinker, soms met de kwaliteit [ε]. Het beste woord was heel, maar in de positie voor l moet rekening gehouden worden met klinkerwijzigingen onder invloed van deze l. | |||||||
[pagina 84]
| |||||||
Na bestudering van alle verschenen monografieën, waaruit een indruk werd gekregen over de positie van de klinker in de fonetische en/of fonologische systemen, bleek dat er rekening gehouden moest worden met het vroeger al of niet voorkomen van een umlautsfactor en met de volgende medeklinker. Om de eventuele invloed van een vroegere umlautsfactor duidelijk te laten uitkomen, werd die van de volgende consonant geëlimineerd door voor kaart 17 het woord klein te kiezen, naast stenen voor kaart 16. Zowel over het verschil tussen enkel- en meervoud als over de invloed van de volgende consonant is in de tekst uitvoeriger geschreven en verwezen naar de belangrijkste literatuur. De gegevens voor de kaart zijn onderverdeeld in drie groepen:
Het materiaal voor de tekstkaart XVIII is eveneens ontleend aan de Rnd, nl. 66: Eten (ze ook graag kaas); 22: (Ik zal je kraaltjes) geven. De overeenstemming met het cartografisch beeld van Kloekes Hoofdatlas was bijna volkomen. De kaarten van stenen en klein geven een zeer vereenvoudigd beeld van de ontwikkeling van ogm. ai. Het heeft geen zin hier verantwoording af te leggen van al het voorwerk dat gedaan is, voordat de keuze werd gemaakt en het indelingsprincipe werd vastgesteld. Wie zich in deze buitengewoon moeilijke materie wil verdiepen, kan dat niet doen zonder de monografieën te raadplegen, en zo mogelijk ook de licentiaatsscriptie van R. Declerck (1969).
Het was vaak moeilijk of zelfs onmogelijk op grond van de fonetische transcripties uit te maken of de nauwste of een wijdere realisering was bedoeld. De noordgrens van de nauwe niet-gedissimileerde diftong in België is ontstaan doordat we op aanraden van J. Goossens een fonetisch teken van een wijdere realisatie gevolgd door het diakritisch vernauwingsteken hebben opgevat als aanduiding voor de nauwste realisatie. In Noord-Brabant hebben we dit niet durven voortzetten; de informatie in Weijnen (1937 § 12) is onvoldoende, de fonetische schrijfwijzen in Rnd IX, die geheel van de hand van Weijnen zijn, zijn voor Noord-Brabant en het gebied van de grote rivieren in hoofdzaak dezelfde. En we zijn er zeker van dat in het noordelijkste deel, het gebied van de grote rivieren, de realisering | |||||||
[pagina 85]
| |||||||
níét de nauwste van het foneemsysteem is. Voor de volgende plaatsen werd naast de dalende nietgedissimileerde diftong een stijgende opgegeven: Achthuizen (I 45a), Kadzand (I 103), Retranchement (I 105), Westrozebeke (N 36), Oostnieuwkerke (N 37), Zillebeke (N 75), Passendale (N 77), Moorslede (N 78), Beselare (N 79), Zandvoorde (N 122) en Geluwe (N 131). |
|