Atlas van de Nederlandse klankontwikkeling (ANKO). Aflevering 1
(1972)–Jo Daan, M.J. Francken– Auteursrechtelijk beschermdWaardaant.De gegevens voor kaart 10 zijn voor het gehele Nederlandssprekende gebied ontleend aan Rnd 56: (Aarden potten zijn niet veel) waard. Voor Nederland werden ze aangevuld met materiaal uit D 39 (1965) 2a: (Die oude eikenhouten kast is veel geld) waard. De gegevens voor het Rijnland zijn ontleend aan het Rheinisches Wörterbuch; de gedeeltelijk onzekere isoglosse tussen een gebied met nauwere en een met wijdere palatale vokaal in Westfalen werd vastgesteld door Prof. Goossens, voor het gestippelde gedeelte was er echter onvoldoende materiaal bij het Westfaalse woordenboek. We hebben het, vermoedelijke, verloop in het zuidelijk gebied aangegeven omdat dit precies aansluit bij de situatie in Nederland. Dr. Entjes deelde ons mee dat Emsland en de graafschap Bentheim een gesloten palataal hebben, die op de kaart met ee is aangegeven. Volgens hem heeft Oost-Friesland zowel nauwe als wijdere palataal.
Het woord waard werd gekozen omdat het in de Rnd voorkwam.
Voor een aantal plaatsen in Noord- en Zuid-Holland werd opgegeven dat de aa licht gerond was of dat de vokaal een geronde achterklinker was. Deze hebben op de kaart het teken van aa, dus de kleine cirkel. Het voorkomen van deze ronding is een aanwijzing te meer dat de klank overgenomen is uit de Hollandse spreektaal, vooral zoals die op kaart 6, laten, verschijnt. Geronde aa wordt opgegeven voor: Oosterblokker (E 35a), Andijk (E 36), Westerblokker (E 57*), Hoorn (E 58), De Rijp (E 69), Purmerend (E 72), Edam (E 77), Oostzaan (E 87), Ilpendam (E 89), Monnikendam (E 91), Weesp (E 121), Muiden (E 122), Laren (E 129), Maarsen (E 189); [ɔ] of [ʊ], al of niet met een diakritisch teken, worden opgegeven voor: Amsterdam (E 109), Ouderkerk (E 119), Ankeveen (E 124), Kortenhoef (E 159), Hilversum (E 161), Zegveld (E 181), Utrecht (E 192), Driebruggen (E 211), Oostvoorne (I 2), Rokkanje (I 8), Vlissingen (I 83), Vianen (K 30), Bolnes (K 47b), Leerdam (K 73), Gellikum (K 76c), Zwijndrecht (K 90), Dubbeldam (K 95).
Weggelaten werden de volgende vormen, daar ze niet waren in te passen in het vereenvoudigde beeld van de klinkerrealisering, dat we hier hebben gegeven. Het zijn: Hoeselt (Q 77): wjœt, Vroenhoven (Q 172): jœ:t en Piringen (Q 161): wijat. Alle andere opgaven van Stijgende diftongen zijn | |
[pagina 87]
| |
aangegeven met het teken voor wjaerd. In vak I, K, L, O is de klinker inderdaad een wijde palataal, maar in vak P komt een neutrale achterklinker voor naast een palatale klinker en in vak Q wordt meest al [ɑ] opgegeven, zonder of met lengteteken of teken voor tweetoppig accent. In de vakken L, O, P en Q komt een aantal verspreide opgaven met [i] voor, die we geen afzonderlijk teken hebben gegeven daar ze geen gebieden van enige omvang vormen. Tans (1938 krt 29 blz. 94) geeft uitvoeriger gegevens over de klinker in waard voor het zuidelijk deel van Belgisch en Nederlands Limburg. Enkele hapaxen zijn niet op de kaart getekend, daar de interpretatie van de gebruikte spelling in het verband van het probleem onduidelijk was. Ze zijn te vinden in de Rnd; de plaatsnummers zijn: E 91b, I 135, K 240, L 82. De opgave van Kokkengen (E 185) is wat vreemd binnen het gebied. De gegevens in de Rnd berusten op de uitspraak van drie proefpersonen. De moeders van twee van hen kwamen uit het ee-gebied, resp. uit Westbroek (E 191) en Linschoten (E 216). We vestigen er de aandacht op dat het woord in Friesland niet gelijk is aan het Nederlandse. Er wordt altijd een adjektief met -ig-suffix gebruikt. De klinker is een geronde palataal, behalve bij vijf opgaven, die niet op de kaart zijn genoteerd: Westerschelling (A 2) en Hindelopen (F 2): [ɔ]; Oosterburen (B 4) en Oosterend (B 6): [ɛ]. Tjalleberd (F 10) heeft, volgens de Rnd naast de Friese de Stellingwerfse vorm; de laatste is niet op de kaart genoteerd. (De fonetische ontwikkeling van de Friese vorm kan déze geweest zijn: werd-ig > wird-ig > wurd-ig > wur-ig [wʌrəX]. De assimilatie van d kan in een ander stadium plaats gehad hebben, ook is het niet zeker dat de stamklinker eerst gerekt en later verkort werd.) De opgaven voor Blarikum (E 128): [i.] en Urk (F 77): [ɛ.] en [a.] ontbreken ten onrechte op de kaart. |
|