in mijn bakkelingenperiode dan het zwerven in de Bloemendaalse duinen, het werken in mijn kleine kamer uit de Coornhertstraat en verder lezen.... lezen.... lezen.... Wie de auteurs als vrienden heeft gevonden is verloren voor het leven van alle dag....
Soms spreek ik een der andere jongens van de bak - mannen met baarden nu en een gevestigde positie. Zij halen met geestdrift herinneringen op uit de gulden jaren der jeugd - ik kan hun enthousiasme niet delen. Wel zie ik momenten van vreugde, maar in hoofdzaak donkere partijen. Er is geen verlangen in mij, dit alles opnieuw te beleven....
Zonder heimwee zie ik, staande voor het portier van de trein, de Bavo verdwijnen.
Maar ook zonder veel verwachtingen reis ik naar Texel, naar moeder, naar vader, naar grootvader en grootje. In de laatste vacanties is mij duidelijk geworden, dat ik aan het oude milieu ben ontgroeid. Ik kan mij niet meer druk maken over de strijd tussen fijnen en groven, hoogstens hun animositeit met medelijden en humor bekijken. Het zal mij niet meer mogelijk zijn, langs de huizen te leuren om ouwe matjes voor de Meierblis of Kinnebakkie te treiteren met tikkende knoopjes. Zelfs de ouwe kachel kan mij niet meer in vervoering brengen en aan Sinterklaas geloof ik niet langer.... Ik ben te lang weg geweest en heb te veel gezien en gelezen om niet critisch