Ten geleide
Wie dit verhaal leest, moet wel tot de conclusie komen, dat Reynaert een doortrapte schurk is. Hij doet niet anders dan moorden, liegen en bedriegen. En niemand zal zijn daden en hemzelf in bescherming nemen.
Toch zijn we het hele verhaal door op zijn hand. Waarom? In de eerste plaats, omdat hij een klein en zwak dier is, omringd door sterke en machtige vijanden en zich moet handhaven en verdedigen met het enige wapen, dat hij bezit: zijn ongeëvenaarde sluwheid. In de tweede plaats, omdat zijn belagers niet beter, vaak slechter zijn dan hij: we gunnen hun de nederlaag van harte. En in de derde plaats, omdat Reynaert naast zijn boosaardigheid en zijn grenzeloos egoïsme bewonderenswaardige eigenschappen bezit: hij heeft een scherp verstand, veel tegenwoordigheid van geest, moed en zelfbeheersing, inzicht in het zieleleven van anderen en een hoffelijkheid, die hem verheft boven een vulgaire schreeuwer als Isengrijn en een domme snoever als Brune.
Wie dit alles geen ogenblik vergeet, kan van deze oude historie genieten zonder Reynaert in alle opzichten als voorbeeld in het leven te aanvaarden.