Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Het Heilige Hart. 't Leven is ruw en profaan, maar zijn hart een heilige tempel. Geen overschrijdt den drempel, die niet door distel en doorn dorst gaan. Alles is goed waar het hoort: het hooge, het lage, het scherpe, het vage, dat wat beangst, wat bekoort. Geef mij een helder hoofd, dat streng weet te onderscheiden en een hart vol bewond'rend verblijden, dat in 't hart van het Leven gelooft. Vorige Volgende