Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Herfst. Zigeunerliedje. De zangen zijn verruischt, de storm is langs gevaren de dennen zwijgen in verstild bedaren. De gasten zijn gegaan, de stemmen zijn verklonken, de laatste droppel uit den beker is gedronken. Als lijkwaden hangen de misten om boomen in treurende risten; de mossen dampen, de zwammen gisten. Voorbij, voorbij is de zomer voor mij! Vorige Volgende