Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 91] [p. 91] De Maat. Geen ding mag te veel aandacht vragen: één licht doorglanst het groot geheel. Door één groot rythme wordt gedragen de breede ernst, het klein gespeel. Eén Liefde drijft de dagen, nachten tot hunnen op- en ondergang in immer wisselende prachten, gebaad in zilv'ren sferenzang. Eén evenwicht herstelt de scheuren en breuken op den langen duur; en immer straalt door wolkendeuren de zon haar louterende vuur. - Geef mij de maat, die immer klaarder de dingen meet en mij vertelt, hoe aan mijn weegschaal geen kant zwaarder dan de and're naar beneden helt. Geef mij de lach, die alle weenen schakeert in haar bewogen schal, waar ied're wanklank is verdwenen in symfonie van het heelal. Vorige Volgende