Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] 1914. De onrust van de tijden is in mij. Nu wordt het leven heviger en feller. Contemplatieve vrededroomen zijn voorbij; Nu licht iets anders, laaiender en heller. Ten top gedreven is 't getij! Leven en Dood wat zijt gij dan eèn smarten? Wreed is de aarde. 't Is al eenerlei voor moedige en zelfvergeten harten. Vernietiging en opbloei zijn elkaar verwant. Het voorjaar komt met stormen en orkanen en iedre lente wordt tot zomerbrand. Het nieuwe leven maait zich nieuwe banen. De lucht is vol gevaar! Fel laait het wereldhart. Ook in mij brandt het vuur van nieuwe scheppingsvlagen. Ik vrees het niet. Uit dezen nacht zóo zwart, zal Liefde reiner, glorieuser dagen! Vorige Volgende