Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Het Lied Iedren dag een ander lied wil ik zingen, vrij en eenzaam. In den droom wordt mij gemeenzaam alles wat mijn geest beziet. Altijd nieuwe avonturen, altijd nieuwe schoonheidsvuren vind ik zwervend. En ik schrijd in de brandende eeuwigheid. Van de stormen in de stilte en van zoetheid in de zilte bitterheid van wereld's nood. Leven, kom! Uw naam is groot! Vorige Volgende