Aan den lezer
Bij de verschijning van den tweeden druk.
Gaarne voldoe ik aan den wensch der Heeren Uitgevers om ook bij deze nieuwe uitgave een enkel woord vooraf te voegen. Gaarne, want het verschaft mij de welkome gelegenheid om mijn dankbaarheid te betuigen voor de heusche wijze waarop de Betuwsche Novellen, ook in het nette kleed waarmeê de Erven Loosjes haar tooiden, door het lezend publiek zijn ontvangen: meestal toch heeft men het goede er in willen opmerken, en, ter wille van dat goede, een verschoonend oog gehad voor vele gebreken.
Een naauwkeurig vergelijk met de vorige uitgave kan aantoonen, dat ik ook nu, en met nog meerdere zorg, getracht heb den vorm der verhaaltjes te beschaven. Voor nieuwe feilen roep ik ook nogmaals toegevendheid in.
Den Lezer zij heil!
DE SCHRIJVER.
's Hage, 20 Julij 1860.