Een handvol gedichtjes voor brave kinderen(1857)–Johanna Desideria Courtmans-Berchmans– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] 31. God heeft de arme kinderen niet vergeten. Wat is hij toch vriendlijk, die arme Rudolphus? Wat neemt hij zijn petje beleefdelijk af! Maar zou dat misschien niet uit dankbaarheid wezen, Omdat ik hem eens een stuk boterham gaf? De brave Rudolph is getrouw en gehoorzaam, Hij leert, zegt de meester, het best uit zijn klas, Hij weet zich zoo kiesch, zoo fatsoenlijk te dragen, Als of hij de zoon van een edelman was. Wel arme Rudolphus, wij moeten 't ons schamen, 't Is schand' voor een kind in de weelde gevoed, Zoo dikwijls van ouders en meesters te hooren: Doe juist als Rudolphus de bedelaar doet. [pagina 68] [p. 68] Wel arme Rudolphus, gij strekt ons ten voorbeeld, Al hebt gij geen rijkdom; uw ziel is een schat, En God heeft u zeker die deugden gegeven, Omdat gij op aarde niets anders en hadt. Vorige Volgende