Een handvol gedichtjes voor brave kinderen(1857)–Johanna Desideria Courtmans-Berchmans– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] 27. Het Nederlandsche kind. Ik ben een knaapje van zes jaar, En woon digt aan het strand, Ik ben een knaapje van zes jaar Een kind van Nederland! Daar pluk ik bloempjes in het groen, Daar speel ik in het zand; Maar zou dit elders ook zoo zijn Als in ons Vaderland? Soms wandel ik met vader rond, Ginds langs den waterkant; Dan spreekt hij mij van 't Neêrlandsch volk En van ons Vaderland. [pagina 57] [p. 57] Dan spreekt hij van den Koning ook, En neemt mij bij de hand, En vraagt: mijn zoon bemint gij reeds Den Koning van uw land? En schoon ik nog geen Koning ken, Is hij me een liefdepand; Want vader zegt: hij schenkt de rust Aan 't lieve Vaderland. Dan wensch ik groot te zijn om eens, Den sabel in de hand, Te vechten als het wezen moet Voor 't heil van Nederland! Vorige Volgende