Een handvol gedichtjes voor brave kinderen(1857)–Johanna Desideria Courtmans-Berchmans– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] 25. De spaarpot. Eens had ik een cent gekregen, Daar kocht ik een spaarpot voor, Met een opening in 't midden, Juist één centje kon er door. En ik stak er elken zondag Trouw mijn zondagoortje in, Dit schonk aan mijne ouders blijdschap, Maar 't was slechts een goed begin. Als des zondags de andere zusters Snoepten, werd ik, ach zoo droef, En dan schudde ik 't aarden potje, Maar geen duit kwam door de groef. [pagina 54] [p. 54] Eens, maar 'k durf het schier niet zeggen, Eens zou ik, o stout bestaan! Mijn zoo lang geliefkoosd potje Op den grond aan stukken slaan; Maar nu juist kwam onze moeder, En mijn Meter, haar vriendin, Die bezag het aardig potje, En zij stak er wit-geld in. Nu had ik een schat gekregen, En geen kind scheen mij zoo rijk, Ook sinds toen was in ons dorpje Schier geen spaarster mij gelijk. Vorige Volgende