Een handvol gedichtjes voor brave kinderen(1857)–Johanna Desideria Courtmans-Berchmans– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] 15. Het kind en de resida-plant. Eens strooide ik een zaadje In den bloemtuin van mama, En dit zaadje werd een plantje, Vader zegt: 't is een resida; Gisteren had het maar zes blaadjes, En vandaag heeft het er acht; Moeder, zeg eens wie die blaadjes Daar zoo vroeg heeft aangebragt. Is 't misschien Onz' Lieve Heere? Is 't misschien Onz' Lieve Vrouw, Die het deed, opdat ik altoos, Stil, als gistren, bidden zou? [pagina 35] [p. 35] Zie, als 't plantje groot kon worden, En er stonden bloemen aan, Dan zou ik met al die bloemen Regt naar Jezus Moeder gaan. 'K zou haar schoone tuiltjes maken, Vastgeknoopt met zijden lint, Want zij krijgt zoo gaarne bloemen Van een klein, onnoozel kind. Maar, daar valt mij iets te binnen: God is 't die dit alles schenkt, God is 't, en die heeft zoo gaarne, Dat men aan zijn Moeder denkt. Lieve God! laat 't plantje groeijen, Breng er spoedig bloemkens aan, Om in porceleinen vaaskens Bij Maria's beeld te staan. Vorige Volgende